ZE NOEMDEN HEM ROOIE
Laurent Verron + Yves Sente • Dupuis 80 p. (SC)
|
|
Van 7 tot 77 |
|
Kerstavond 1959. Zoals elk jaar is oom Paul weer bijna te laat voor de kerstdis. Waar blijft hij nu toch? Dan zien de drie neefjes en nichtjes de koplampen van zijn wagen opduiken. Ze sleuren hun favoriete oom haast uit zijn wagen, want er is niet veel tijd meer. Hij moet en zal zoals elke kerstavond een verhaal vertellen. De man ploft zich in een zetel, steekt zijn pijp aan en begint het levensverhaal te vertellen van Pietertje. Van hoe het rosse kereltje het circus moest verlaten tot zijn aanwerving op een gigantische oceaanstomer. We komen alles te weten over die dolle tiener die dertig jaar geleden de collega en rechtstreekse inspiratie was voor de ex-steward en hobbytekenaar Rob-Vel. Ze noemden hem toen nog Rooie.
Deze strip moest gelezen kunnen worden door een kind van tien jaar, zei scenarist Yves Sente in een recent interview. Toen we deze boude uitspraak lazen, zochten onze handen toch even onze wijkende haarlijn op. Als het Sentes ambitie was om een eenvoudig, chronologisch opgebouwd verhaal te schrijven, dan is hij daar aardig in gelukt. De plot is klassiek rechttoe rechtaan en daardoor uitermate toegankelijk. Bovendien houdt hij min of meer zijn drang om hele tekstlappen te schrijven onder bedwang. We genoten zelfs van enkele verfrissende tekstloze pagina's. Als Sente bedoelt dat hij een eendimensionaal verhaal wou schrijven, dan is hij mislukt. Als een lightversie van Yann lardeert hij zijn verhaal met knipoogjes naar de rijke stripgeschiedenis. Soms subtiel (zo ligt er op een tafelhoek het Spirou-weekblad nummer 1132 van 24 december 1959 waarin Jean Roba's Bollie en Billie debuteerden, voormalig Bollie en Billie-tekenaar Laurent Verron wou die link er absoluut in), soms voor de fans (de boksende Pinnekeshaar, het ware leven van Rob-Vel,...), soms voor de hand liggend (de pijprokende oom Paul die hier beter vertaald was geweest door oom Wim naar analogie van de stripreeks Les Histoires Vraies de L'Oncle Paul of De Verhalen van Oom Wim) en een enkele keer overduidelijk (de klassenstrijd uit Titanic, iemand?). Door de knappe vondst van oom Paul/Wim geeft Sente wel zijn scenario een waargebeurd label mee. Goed gezien!
De ster van deze Robbedoes is echter tekenaar Verron. Hij mag eindelijk weer zijn lekkere, semi-karikaturale Govert Suurbier-stijl bovenhalen. Daarnaast goochelt de Fransman zo met camerastandpunten dat hij de volle tekstballonnen bijna kan wegduwen in de krappe ruimtes van de prenten. Dat geeft deze traag lezende strip een geweldige dynamiek. Schitterend. Boven koos Verron ervoor om te werken met een grove potloodkorrel, precies alsof hij met vers opgedolven steenkool tekent. Zelden gezien, maar het resultaat versterkt perfect de sfeer van de jaren 1930 en verwijst naar de grauwheid van de streek rond Marcinelle.
De combinatie van een helder, "waargebeurd" verhaal en de toegankelijke tekeningen zorgden ervoor dat deze Robbedoes de grote eindejaarshit was bij onze zuiderburen. Het album werd overladen met sternoteringen en bejubeld op allerlei fora. We kunnen dit gejuich gerust bijtreden. Maar toch... Er zijn miljoenen mensen die Titanic een geweldige film vinden. Er zijn duizenden mensen die zeggen dat Leonardo Di Caprio daarin de rol van zijn leven speelde. Er zijn zelfs mensen die een traantje wegpinken bij Celine Dions My Heart Will Go On. Maar er zijn ook anderen die houden van iets met meer weerhaakjes.
Ach, deze maand wordt er niet geklaagd. Ze Noemden Hem Rooie is en blijft Oscarmateriaal, de ideale strip voor het grote publiek van 7 tot 77 jaar. |
|
> WOUTER PORTEMAN — januari 2018 |