Bij de start van dit Sherlock Holmes-tweeluik komen we terecht in als gevangenis dienende fabriek waar een gemartelde man een poging onderneemt om te ontsnappen. Jammer genoeg voor hem mislukt de ontsnappingspoging. De gevangene blijkt een medewerker te zijn van de misdaadfamilie Moriarty. Emmett, zoals de man heet, heeft blijkbaar iets mispeuterd en zoon James vindt dat hij dat moet bekopen met de dood. Ondertussen bevindt Sherlock Holmes zich in een kroeg waar vioolvirtuoos Ron Jantscher, die inwoont bij Holmes, zijn laatste concert speelt alvorens af te reizen naar Oostenrijk. Dat reisje naar het Alpenland zit er voor Jantscher niet in, want voor hij kan vertrekken wordt hij ontvoerd door de bende van Moriarty. Holmes zelf betrapt de ontvoerders en weet een van hen te molesteren. Even later wordt Sherlock gevraagd om te helpen met het onderzoek naar de mysterieuze verdwijningen van de laatste maanden waar vooral wetenschappers en mensen die uitblinken in hun werk, verdwenen zijn. Holmes heeft echter ook de interesse gewekt van de familie Moriarty en wordt op zijn beurt ontvoerd. Zo komt hij te weten wat er is gebeurd met al die verdwenen mensen, maar hij beseft ook dat hem hetzelfde lot wacht. Dankzij Tyron, de broer van Emmett, wordt Holmes bespaard van een marteling die zijn einde zou betekenen en kan hij het raadsel rond de familie Moriarty verder proberen op te lossen. Maar de Mortiarty's blijven niet bij de pakken zitten en doen er alles aan om de bewijzen die naar hen leiden te vernietigen.

Voor dit nieuwe verhaal rond de populaire Britse detective keert Sylvain Cordurié terug naar 1876 waar we kennis maken met een nog vrij jonge Holmes die aan het begin van zijn carrière als privéonderzoeker staat. Cordurié spuwt ook aan de lopende band nieuwe verhalen rond de poulain van schrijver Arthur Conan Doyle uit. Crime Alleys is inmiddels al het zesde tweeluik dat verschijnt in de collectie 1800 van uitgeverij Daedalus. Het mag dan ook niet verbazen dat diverse tekenaars aangesproken moeten worden om al die verhalen om te zetten in voldoende beeldmateriaal.

Voor Crime Alleys stapte Cordurié in zee met de Italiaanse tekenaar Alessandro Nespolino. Hij zal voor de Nederlandstalige stripkenner nog een onbekende zijn, want dit Holmes-verhaal is ene eerste vertaling van zijn werk. De kennismaking met de Italiaan is meer dan aangenaam. Hij slaagt er netjes in om het Engeland aan het eind van de negentiende eeuw netjes in beeld te brengen. Ook op de uitwerking van de personages is weinig aan te merken. Op de tronie die de jongen Holmes meekreeg, staat de arrogantie waarmee hij door de scenarist bedacht is, netjes af te lezen. Ook in de actiemomenten let Nespolino op de details. De tekenstijl oogt misschien wat sober, maar dat schept wel mee de tijdsgeest waarin dit verhaal zich afspeelt.

We kunnen dus besluiten dat deze tweedelige geschiedenis uit het leven van een jonge Sherlock Holmes een interessante prequel is op de verhalen die al eerder verschenen in deze collectie.