YOKO TSUNO integraal1 Van de Aarde naar Vinea: 1. Trio in het Onbekende - 3. Vulcanus' Smidse - 6. De 3 Zonnen van Vinea
Roger Leloup • Dupuis 176 p. (HC)
|
|
Een veelbelovende Yokomotief |
|
Op het einde van de jaren 1960 vielen voor de Belgische tekenaar Roger Leloup opeens een aantal puzzelstukjes op hun plaats. De stripwereld vertoonde zijn eerste emancipatiekiemen (bij Robbedoes werden rond die periode ook Natasja en Isabel gelanceerd), Dupuis zocht op verzoek van een Duitse uitgever een sciencefictionverhaal en Leloup, gepokt en gemazeld in de stripstiel na vijftien jaar onder de sterke vleugels van Jacques Martin en Peyo, was helemaal klaar om zelf uit te vliegen. Oorspronkelijk ontworpen als nevenpersonage bij de avonturen van de tv-makers Ben Beeld en Paul Pola, evolueerde zijn stripdochter en Japanse elektronicaspecialiste Yoko Tsuno al na enkele pagina's tot een iconisch hoofdpersonage. Leloup laat haar intussen al net geen vijftig jaar lang alle hoeken van het heelal en zelfs een aantal andere tijdvakken verkennen, bijgestaan door sterk karakterieel ontwikkelde bijfiguren. De bedachtzame Ben en de mopperende "maag op pootjes" Paul maken deel uit van het vaste meubilair, maar Yoko smeedde ook warme en loyale vriendschappen met regelmatig terugkerende personages zoals de Vineaanse Khany, de Duitse Ingrid en de uit de toekomst afkomstige Monya.
Vrolijk surfend op de integraalgolf die ons de voorbije jaren overspoelt, nam men bij Ballon Media de lovenswaardige beslissing om de Yoko-bundels die tien jaar geleden al in het Frans werden opgestart, nu ook in de taal van Vondel uit te geven. De gezwind ingezette polonaise in de Stripspeciaalzaak-lokalen werd echter snel onderbroken door het in kleine lettertjes aanwezige dompertje: in een vlaag van zinsverbijstering had men destijds beslist om de bundelingen thematisch en niet chronologisch uit te geven en ook in de vertaling zou men volharden in die dwaasheid. Met enige scepsis namen we dan ook de eerste bundel, die met albums 3, 3 en 6 de oudste Vinea-verhalen verzamelt, ter hand... om alsnog zeer aangenaam verrast te worden. De verhalen worden immers vergezeld van een onderhoudend en mooi vormgegeven dossier, samengesteld door twee ex-hoofdredacteuren van Spirou, Thierry Martens en Patrick Pinchart. Al bij al weinig opzienbarend bevat het solide info uit de eerste hand en is het zeer gestructureerd dankzij en rond het centrale thema. Verder wordt het originele werk van Leloup maximaal gerespecteerd — al wordt gelukkig wel een oude vertaalfout waarbij Ben plots Max werd genoemd en passant rechtgezet — en wordt het bovendien fraai verlucht met enkele verbluffende paginavullende platen. Ook de achterkant van de oorspronkelijke album-uitgaves, heerlijk nostalgische ingekleurd met kleurpotloden, komen op die manier aan bod. Het is wel jammer dat geen gelijkaardige techniek werd gebruikt om ook tussen de drie afleveringen van deze bundel een passend intermezzo (de originele covers bijvoorbeeld) te voorzien, want nu zijn de overgangen tussen de verschillende verhalen zo bruusk dat het storend wordt. De uitsmijter is dan weer een geslaagde portfolio met uitvergrote plaatjes en minder bekend, maar steevast uitmuntend tekenwerk waarin Yoko centraal staat.
Met de oersterke personages, de robuuste scenario's die de tand des tijds moeiteloos hebben getrotseerd en de sobere doch doeltreffende extra's als gangmaker, is deze eersteling een veelbelovende 'yokomotief' geworden die ons meeneemt op een magische (her)ontdekkingstocht. In zijn zog volgen straks nog minstens acht (en hopelijk negen, met de verschijning van deel 28 in augustus, begint Leloup immers aan zijn tiende trilogie) wagonnetjes die hopelijk met niet te veel vertraging in het station aankomen zodat we snel en tot ons groot jolijt kunnen instappen. Uitkijken doen we alvast naar het volgende deel — Duitse avonturen — dat met De Grens van het Leven het allerbeste Yoko-avontuur aan boord zal hebben. |
|
> PETER D'HERDT — mei 2017 |