Zeevaartkapitein Yann Calec leest het dagboek dat zijn oude vriend Tanguy-la-vie-dure hem naliet. Ze hadden elk hun specialiteiten, Yann op het water en Josef, alias Tanguy, op grotere hoogtes. Toch had de realiteit Josef bijna permanent met beide voeten stevig op de grond gehouden. Talent voor vliegen bezat hij, het lef ook, maar aan centen voor het behalen van een vliegbrevet ontbrak het hem. Zonder het inkomen van zijn overleden vader liep het gezin heel wat kansen mis. Pech gehad, is de boodschap van de maatschappij aan Josef. Dromen zijn pas onbereikbaar als je stopt ze na te jagen. Josef wil zo graag opnieuw de wind in de haren, dat hij zelfs bereid is te doen wat hij eigenlijk verafschuwt. De criminele onderbuik van Parijs biedt hem kansen maar ook gevaren. Wie hoog vliegt, kan immers snel en hard neerkomen.
Het Franse interbellum komt in zijn volle glorie in beeld, de jazz in het rokerige café denken we er meteen bij — even denken we zelfs een cameo van Django Reinhardt op te merken, maar zijn aantal vingers is onmogelijk te tellen. De sfeerschepping in beelden lukt moeiteloos voor dit album. Chrys Millien is daar ditmaal alleen verantwoordelijk voor, hij vormt voor dit deel geen duo met Erik Arnoux. Het vorige album barstte grafisch gezien van het zelfvertrouwen. Hippe kadrage, close-ups, terloopse aandacht voor Afrikaanse fauna en inkleuring met meerwaarde, het album had het allemaal. Ook dit album is vakwerk. Let bijvoorbeeld op hoe de landkaart over de kaderranden heen staat, hoe vliegtuigen de kaders in en uit vliegen, of bemerk die eekhoorn op de uitstekende tak. Mooi is dat. En toch is iets van dat vertrouwen uit het vorige deel nu minder aanwezig. Zo waren gezichten op de achtergrond voorheen net dat tikkeltje sprekender en durfde het vorige deel nog wat nadrukkelijker voor close-ups kiezen.
Ook nu zet de inkleuring van Patricia Jambers de tekeningen kracht bij, het geeft wat meer diepte aan een cover die anders misschien toch wat braafjes of eerder voorzichtig is. De schaduwwerking zit dan weer perfect. We vinken Chrys Millien aan op ons lijstje van in het oog te houden realistische tekenaars, want als vertrouwen het enige is dat we op te merken hebben, zit het eigenlijk allemaal wel dik snor.
Jean-Charles Kraehn benadrukt met dit scenario nogmaals dat hij met deze Tramp-spin-off voor losstaande verhalen kiest. Er zit misschien net daarom een tijdsinterval tussen de gebeurtenissen uit de twee albums die de serie tot nu telt. En ook de locatie verschilt. Die sprongen maken het minder eenvoudig om hoogte te krijgen van het hoofdpersonage. Dat kan zo beoogd zijn, om nog verhaalstof over te houden voor de toekomst. Dit verhaal is lichtjes minder bestoft dan het eerste deel, maar toch blijft de kwaliteit van deze frisse reeks, het vermelden waard.
Eigenlijk is dit deel, hoe goed ook, sowieso een beetje slachtoffer van de hoge standaard die het zichzelf oplegt, na deel 1, alsook door het succes van de hoofdreeks waarnaar het verwijst. Een heel klein beetje dan. |