KAKKERLAK 


Halfdan Pisket • Uitgeverij SubQ
136 p. (SC)
Trilogie van treurnis

Dezer dagen is er in Ankara een presidentiële pot die Duitse ketels verwijt dat ze nazizwart zijn. Hardop verkondigen dat de anderen ondemocratisch zijn (omdat ze niet willen meebouwen met een dictatuur-doe-het-zelf-kit) maakt de schreeuwer echter nog niet zelf een democraat, verre van. De trilogie van de in Denemarken belande Turkse Armeniër Halfdan Pisket over zijn vader is allerminst een rechtstreekse anti-Turkse aanklacht, maar is zeker ook geen Ottomaanse ode.

Heb je het eerste deel, Deserteur, gemist? Geen nood: in deel 2, Kakkerlak, herinnert Pisket de lezer in de eerste pagina's subtiel via de herinneringen van het hoofdpersonage aan de drama's uit deel 1. Vader Pisket woonde met zijn ouders in een Turks, multicultureel en -religieus dorp aan een labiele grens met loopgraven uit oude oorlogen, gepatrouilleerd door 'gezichtsloze', identiteitsloze soldaten, in een overweldigende natuur. Zijn onbekommerde jeugd werd aan flarden geschoten toen zijn beste vriend zinloos vermoord werd door een onzichtbare, gezichtsloze sluipschutter en kort daarna ook zijn grote broer, een gevierd muzikant, in Istanbul doodgeschoten werd bij een demonstratie. De vader van Piskets vader, nochtans een Atatürk-fan, kwijnde daarop weg, in de steek gelaten door zijn idealen. Onder de wapens geroepen deserteerde vervolgens het hoofdpersonage toen zijn vader op sterven lag, maar hij werd meteen gevat. Het onrecht en de treurnis van deel 1, veroorzaakt door een gezichtsloze, onverbiddelijke en verraderlijke staat, echoot verder in deel 2.

Daarin verlaat Piskets vader de militaire gevangenis en zijn vaderloze vaderland, waar hij zich niet meer thuis kan voelen. Hij trekt naar Denemarken, omdat daar volgens hem de meisjes het mooist zijn. Met een voorlopig visum werkt hij in een champignonfabriek. Geestdodend werk, maar zijn ziel is toch al vermoord. Enkel de weekends zijn het leven waard, wanneer hij succes heeft bij de lokale meisjes. Hij ontmoet Sofie en wordt verliefd. Maar wanneer zijn visum verstrijkt, moet hij het land verlaten. Tenzij hij trouwt, waarom niet met een ander meisje, dat daar wel toe bereid is? Het is het begin van een langzame afdaling naar de hel die tal van migranten meemaken, van het ene naar het andere gebroken hart, van de kleine naar de zware criminaliteit. Hij moet Denemarken verlaten na een geweldpleging, komt met een vervalst paspoort en een omweg terug, bezwangert een volgend slachtoffer, handelt wat in softdrugs, wil het rechte pad op met een groentewinkeltje, maar komt via een Turks clublokaal onherroepelijk in zwaar weer terecht. Maar hij wreekt zich op de zware jongens die hem Kakkerlak noemen. Deel 3 zal ons leren of en hoe hij zich in de misdaad staande houdt.

Meer dan een politiek pamflet is deze reeks het persoonlijke getuigenis van de verwoestende vermaling van mensen door het systeem en van een individu dat zich niet laat kisten, maar om niet langer bang te zijn, niet langer op de vlucht te slaan, om te overleven slechts de keuze heeft zich eraan aan te passen: ook een ontmenselijkte gezichtsloze te worden, die onzichtbaar en ongestraft zijn criminele gang kan gaan. Pisket (1986), die in 2009 afstudeerde aan de Deense Academie voor Schone Kunsten, was de eerste striptekenaar die van de Danish Arts Council's Committee for Literature een beurs kreeg voor het project over zijn vader. Zijn eigenlijk onaantrekkelijke undergroundachtige werk (bekijk het zelf op
www.pisket.dk) leent zich schitterend voor het duistere, maar tegelijk confronterende zwart-wit getekende verhaal waarin niets zomaar zwart-wit is: slachtoffer, crimineel of allebei? Piskets beeldtaal is psychotisch en hoekig, maar origineel (bijvoorbeeld met ogen en monden als dolken) en zelfs poëtisch. Het ontdekken waard.

> KOEN DRIESSENS — maart 2017