Bibliografie van Jean-Pol
• Annie en Peter
• De Nieuwe Avonturen van Sammy
• Kabouter Plop
• Kramikske
• Kramikske
• Samson & Gert
• Willie Wervelwind
Bibliografie van Lukas Moerman
• Elise Linotte
• Wolf
Bibliografie van Dirk Stallaert
• De Avonturen van Ridder Digest
• De Knetterdolle Duivenkeet
• De Strangers
• Dionies d'Oldenboom
• Kiekeboe (medewerking aan deel 99 t/m 109)
• Kitty
• Kramikske
• Kramikske (medewerking)
• Mieleke Melleke Mol
• Nero (medewerking aan deel 122 t/m 163)
• Nero: De Stallaert Jaren
• Nino
• Pakkeman en Poulet
• Plankgas en Plastronneke
• Urbanus Vertelt: Mieleke Melleke Mol
• Waspman
Bibliografie van Hurey
• De Fratsen van Jan Heibel
• De Lustige Kapoentjes
• Ketje en Co
• Pili-Pili
• Uit de Archieven van
Bibliografie van Eddy Ryssack
• Brammetje Bram
• Brammetje Bram
• De Complete Brammetje Bram
KRAMIKSKE INTEGRAAL 1
1. De Valseblunders - 2. Mundialitis - 3. De Geest van Gisteren - 4. De Achtste Samoerai - 5. De Soeppiraten


Jean-Pol/Lukas Moerman/Dirk Stallaert/Hurey + Jean-Pol/Eddy Ryssack/Marck Meul/Jacques Bakker • Saga Uitgaven
268 p. (HC)
Blijvende erkenning

Ondergetekende verklaart zich onbevoegd om een correcte bespreking te schrijven. We hadden best het uitgebreide ontstaansverhaal van Kramikske, nog steeds Belgiës bekendste bakkersgastje, in het achtergronddossier willen aanhalen, met verder een eerste overzicht van Jean-Pols carrière, de vele reproducties van originele illustraties en een portfolio vol merchandising willen opsommen en hoe geweldig dat allemaal wel is beschreven en vormgegeven, maar omdat ondergetekende voor dat achtergronddossier verantwoordelijk is, zou het nogal onkies zijn om daar de nadruk op te leggen. In de eerste plaats bestaat dat dossier maar dankzij de gratie van de gags en stripverhalen die Jean-Pol sinds 1969 van Kramikske maakte. Net op die verhalen mogen we wel dieper ingaan.

Allereerst: deze integrale reeks bundelt niet de 743 gags die Jean-Pol voor De Volksmacht tekende en die later werden verknipt voor albumuitgaven bij diverse uitgevers en in verschillende formaten. De vier te verschijnen integrales bundelen daarentegen alle avonturenverhalen die Jean-Pol tussen 1985 en 1992 voor de krant Het Volk tekende. In die relatief korte tijdsspanne tekende hij met de hulp van enkele assistenten, van wie Dirk Stallaert het langst de rit uitzat, en naar synopsissen of ideetjes van onder meer Eddy Ryssack, Marck Meul, Jacques Bakker (voor deze eerste integrale) en later ook bijvoorbeeld Hec Leemans, eenentwintig vervolgverhalen waarvan er negentien in kleurenalbums verschenen. Bonte gaf in 2010 nog een twintigste deel uit dat niet eerder als album verscheen. Saga Uitgaven zal nu al die verhalen in zwart-wit uitgeven. Een paar ervan zijn de herwerkte versies van oudere Kramikske-verhalen (zoals De Soeppiraten dat tevoren in Zonneland verscheen) of van oude Annie en Peter-strips. Die oerversies worden niet mee uitgegeven.

Zonder die oude versies (enkel interessant voor puristen?) en de vele gags (maar dat is een ander verhaal) is "integraal" dus in feite een rekbaar begrip, maar laat dat de pret niet drukken. Een zoveelste herlezing na jaren op de plank te hebben gelegen, weekt behalve nostalgische gevoelens ook bewondering in ons los. Jean-Pol schudde danig aan de humorboom om er een korf vol variëteiten mee te vullen: van slapstick over situatiehumor en milde satire tot onophoudelijke woordspelingensalvo's. Hij schiet zodanig veel op de lezer af dat hij regelmatig de roos treft. Als volwassen lezer lachen we nu met heel andere zaken dan toen we Kramikske als kind lazen.

De uitvinder in Jean-Pol gaat met even veel vernuft te werk om zijn scenario's op te bouwen op een ritmisch gejaagd tempo. Het gaat om vlotte costructietjes met een introductie die zo snel mogelijk naar het avontuur of de actie leidt die logisch en verrassend tegelijk evolueert en tijdig naar de ontknoping raast. Hoe vlotter een verhaal leest, hoe minder je daarbij stilstaat dat het geen sinecure is om iets op poten te zetten waar je geen speld tussenkrijgt. Het speelveld in deze eerste integrale bestaat uit valsemunters in een molen, bedrog in het voetbalmilieu, een Schots kasteel vol spoken, een onhandige samoerai die even beroemd wil worden als zijn zeven stoere broers en schildpadden die dankzij Kramikskes onweerstaanbare brioches als schildpaddensoep moeten eindigen. Jean-Pol bevolkt dat wereldje met geestige personages (waarvan Kramikske-Bieke-Bertje in een aanhoudende driehoeksverhouding van vriendschap en gezonde jaloezie verwikkeld zijn) en (eenmalige) nevenpersonages die elkaar de loef afsteken om op de voorgrond te treden. Elke keer de geit Zulma prominent of gewoon op de achtergrond opduikt, steelt zij sowieso de aandacht.

Jean-Pols tekenstijl is een uiting van gezellige drukte. Stilstaan is geen optie, statische scènes zijn quasi onbestaande. We beginnen ondertussen te vergeten dat hij met zijn beweeglijke en zwierige tekenstijl tot de zogenoemde Leuvense school behoort waar Berck (Sammy) en Bédu (De Psy) ook epigonen van zijn. Van groter belang is dat deze integrale streeft naar een blijvende erkenning voor Jean-Pols rijkgevulde carrière en het vele leesplezier dat hij ons schonk.

> DAVID STEENHUYSE — september 2016