Een strip over de Groote Oorlog. Alweer. De ene is al wreder dan de ander, alsof tekenaars hun pen dopten in een yperietmengsel. Die loopgravenoorlog was een enorm vies ding. Maar eerlijk is eerlijk, na opgegroeid te zijn in de Westhoek, soms letterlijk struikelend over restanten van obussen, vinden we het tijd dat we die bladzijde mogen omdraaien. Ook tekenaar-scenarist Marcel Rouffa vindt dat. Hij was een van de eerste die de oorlog stripgewijs oprakelde. Dat was nog in de tijd dat er amper tien verdwaalde reizigers stonden te luisteren naar het klaroengeschal van de Last Post onder de Menenpoort. Vandaag word je er weggedrumd door de hordes historische ramptoeristen. Zijn Schimmen was cynisch en hard. De daaropvolgende samenwerking met Marvano, Ver van Ieper, was een kritisch reisverslag over de stront en modder die er hing. En toen, lang voor de hype, was hij het moe. Uitverteld.
Nog twee jaar en het zal honderd jaar geleden zijn dat er miljoenen mensen sneuvelden in de West-Vlaamse klei. En Rouffa is er weer. Berlin Avenue vertelt net zoals zoveel andere Eerste Wereldoorlog-strips (zie hier een overzicht) het harde verhaal van de klamme loopgraven, de nachtelijke bombardementen en de stinkende kadavers. Zei Jacques Tardi niet dat de mens een schaap is en het slachthuis zijn bestemming? Sterven als slachtoffer van je eigen stompzinnige volgzaamheid. Wel, Rouffa, leidt als een harteloze herder zijn schapen naar het slachthuis. Onverdoofd slachtoffert hij alle helden uit zijn verhaal. De ene al dramatischer dan de ander. Maar toch benadert de Maastrichtenaar de grote slachting met een frisse inkijk. Rouffa speurt in die negorij naar poëzie. Op de cadans van een obussenregen, debiteren zijn personages geregeld een dichtregel. Alle personages dragen de naam van Engelse dichters, behalve die ene Tommy die mentaal probeert te overleven door zelf gedichten te schrijven. Maar vaak is het veel subtieler. Tijdens een zoveelste nutteloze charge om dé Duitse loopgracht, Berlin Avenue, te veroveren, zoomt Rouffa in op enkele bloeiende narcissen. En op de schitterende pagina 18 laat hij elke onomatopee achterwege. Helden sterven er in absolute stilte. Breekbaar mooi, maar je voelt elke pijnscheut.
Grafisch besloot de man, die met Camping Paraiso, een van de strips van 2015 maakte, terug te grijpen naar een heel klassieke stijl. Halfopen shots, personages steeds vanaf de schouder gefilmd, af en toe wat inzoomen,... meer zwenkt de camera niet. Hierdoor komt de strip wat braaf of schools over, maar de hiermee gecreëerde afstandelijkheid én tegelijk grafische instapbaarheid blijven toch hangen. Een raar conflict, opgevrolijkt met bloemetjes op een mestvaalt van kadavers.
Eén ding is duidelijk. Rouffa doet het weer, en dat zorgt ervoor dat zijn Berlin Avenue significant is. |