Door een gelukkig toeval (schuilnaam voor onze hoofdredacteur) werd ons ter bespreking twee albums in de schoot geworpen die, hoewel zeer verschillend, toch zeer sterk gelijkend zijn (zie ook De Bank 5: Het Panama-project).
We verklaren ons nader. We kunnen de stripwereld — zeer algemeen uiteraard — in drie categorieën indelen: deze waar de auteurs een volledig eigen wereld creëren (Lanfeust, Aldebaran,...), deze waar de auteurs de bestaande wereld gebruiken, maar verrijken met hun verhaallijnen (Michel Vaillant, Yoko Tsuno,...) en zij die de bestaande wereld en de bestaande geschiedenis zo gezagsgetrouw mogelijk navertellen. Over deze laatste hebben we het hier. En dikwijls zijn het moeilijke stijloefeningen. Niet alleen om in het bestek van één album, of zelfs meerdere, de geschiedenis boeiend na te vertellen, maar ook in de keuze van de mogelijke scènes.
Tot zover de inleiding. Hoe hebben de auteurs van Africa Dreams het er vanaf gebracht? Onmiddellijk worden we tweemaal geïmponeerd. Eerst met een overzicht van de geraadpleegde boeken (34!) en tijdschriften en vervolgens met een wondermooi openingsbeeld. Het scenaristenkoppel Maryse en Jean-François Charles heeft overduidelijk hun huiswerk gemaakt en tekenaar/inkleurder Frédéric Bihel heeft dit verrijkt met, hoewel zeer statisch, mooie tekeningen waarbij hij een duidelijke voorkeur heeft voor portretten. Het is geen avonturenroman, maar wel het relaas van een niet onbelangrijk stuk vaderlandse geschiedenis, verteld vanuit het standpunt van de (hoofd)personages.
Billy Joel zong het al: "We didn't start the fire", maar wel Belgians in the Congo. Het album staat in het teken van de finale overdracht van Congo door Leopold II aan de Belgische staat en de gebeurtenissen die hem — zeer tegen zijn zin — uiteindelijk daartoe dwongen. Een belangrijke rol hierbij is weggelegd voor E. Morel en de America Congo Reform Association, maar ook de door hemzelf in het leven geroepen onderzoekscommissie en de presbyteriaanse geestelijken Morrison en Sheppard drijven hem verder in het nauw. Het relaas van de wandaden van de koning en zijn stromannen (zoals de Compagnie du Kasai) wordt met de dag duidelijker en algemener gekend, maar hij weet zich in eerste instantie uitstekend te weren, onder meer dankzij omkoping van bepalende Amerikaanse betrokkenen en de manipulatie bij de publicatie van de resultaten van de onderzoekscommissie. De tijd speelt echter in zijn nadeel en Congo wordt in november 1908 een Belgische kolonie.
Daarnaast zoomt een belangrijke nevenlijn verder in op het wedervaren van het hoofdpersonage uit de eerste delen (Paul Delille) die in het huwelijk treedt met een Congolese en verder gronden opkoopt, vermoedelijk voorzien van goudaders. De reeks is dan wel afgesloten, maar het zou een volgende verhaallijn kunnen opleveren.
Het minste wat we kunnen zeggen, is dat we veel hebben bijgeleerd en dat de auteurs zich onberispelijk van hun inhoudelijke en vormelijke taak gekweten hebben. Waren wij verantwoordelijk voor de aankoop van geschiedenisboeken in het secundair onderwijs, we hadden de bestelbon al ondertekend. |