LEFRANC 27 De Vogelman
Régric + Roger Seiter • Casterman 48 p. (SC)
|
|
Geruststelling |
|
Een van de ouderdomsdekens van het journalistengilde in stripland is al een zestiger. In de verhalen blijft Guy Lefranc echter eeuwig jong, in zowel het heden als in de jaren 1950-1960 waarin de meeste verhalen zich afspelen. Voor De Vogelman koos Roger Seiter, die al een prima bijdrage leverde aan de stripreeks met het album Cuba Libre, het jaar 1959 met een historisch knipoogje in 1961. Het decor: Paaseiland. Lefranc reist erheen met een groepje wetenschappers die op Rapa Nui opgravingen willen verrichten. Zijn vriendin Julie vroeg hem eigenlijk mee. Ze is de dochter van een meereizende etnoloog om de beschaving van de Paaseilanders te bestuderen. Lefranc heeft dus genoeg stof voor een reportage. Maar nog voor het gezelschap van boord gaat, springt Lefranc in het water om een vermeende drenkeling te redden die langs de boeg van het schip drijft. Het slachtoffer is al dood, de keel werd doorgesneden. De gouverneur verbergt niet dat hij Lefranc verdenkt. Ondertussen voert oude bekende Axel Borg een eigen missie. Aanvankelijk lijken beide avonturen niets met elkaar te maken te hebben, maar dat verandert gaandeweg.
Régric heeft zich met zijn vijf Lefranc-albums al aardig in het keurslijf weten te wringen van de reeks. Hij volgt in de voetsporen van Bob De Moor, Gilles Chaillet, Christophe Simon en Jacques Martin himself. We zien hem eigen accentjes leggen, vooral in de uitwerking van de nevenpersonages, maar dat hij in eerste instantie de grafische traditie gewoon voortzet, is een geruststelling voor lezers die van vaste waarden houden.
Roger Seiter voegt met Paaseiland een nieuwe exotische locatie toe op de kaart van plaatsen waar Lefranc al is geweest. De spelden op die kaart brengen een thuis zittende lezer vaak in vervoering. Nu is dat niet anders. De dubbele intrige is behoorlijk solide, hoewel de rol van Borg een beetje op de vlakte blijft. En passant geeft de scenarist educatieve weetjes mee zonder een onderwijzend vingertje in de lucht te steken. Het beste momentje vinden we toch weer de blijk van respect van Lefranc voor Borg wanneer hij een tegelijk beschuldigende als zalvende opmerking over de schurk maakt. Door dat soort details prijzen we Seiters werk des te meer. Samen met Régric vormt hij een degelijk duo. |
|
> DAVID STEENHUYSE — augustus 2016 |