Bibliografie van Jeroen De Coninck
• De Ark van Noë
• De Smurfen en het Verloren Dorp
Bibliografie van Miguel Díaz
• De Smurfen en het Verloren Dorp
Bibliografie van Alain Jost
• De Smurfen en het Verloren Dorp
• Szereszewski
Bibliografie van Thierry Culliford
• De Smurfen (vanaf deel 18)
• German en Wij (deel 1, 5)
• Johan en Pirrewiet (vanaf deel 14)
• Johan en Pirrewiet: De Integrale
• Steven Sterk (vanaf deel 8)
DE SMURFEN 35
De Smurfen en de Halfgeest


Jeroen De Coninck/Miguel Díaz + Alain Jost/Thierry Culliford • Standaard Uitgeverij
48 p. (SC)
Comfortzone

De Smurfen en de Halfgeest is het tiende album van de langlopende stripreeks nadat Dupuis (deel 1-13), Peyo's eigen uitgeverij Cartoon Creation (deel 14-16) en Le Lombard (deel 17-25) elkaar opvolgden. Zo goed als de komisch superieure en vaak verrassend satirische verhalen die Peyo zelf maakte, zullen de albums wellicht nooit meer worden, maar van slijtage op de formule kunnen we ook niet spreken.

In dit nieuwste verhaal vinden Brilsmurf en Potige Smurf een oude kruik waar een geestje inzit. Net zoals in de sprookjes van Duizend-en-Een-Nacht mogen die twee Smurfen nu wensen wat ze willen, maar de geest bakt er niet veel van. Hij levert slechts half werk. Het geestje blijkt nog een tweelingbroer te hebben en raad eens wie hem gevonden heeft? Juist, Gargamel! Wil Gargamel het maximum uit zijn halfgeest halen, dan moet hij een deal sluiten met Brilsmurf en Potige Smurf, maar zij zijn slimmer dan hem. Bovendien is er nog het achtergrondverhaal van beide geesten en hoe ze weer naar huis kunnen.

Een paar maanden geleden ontvouwden de erfgenamen van Peyo nog immens grote plannen rond de Smurfen met themaparken die op diverse continenten worden voorbereid terwijl er ook werd vooruitgeblikt naar een nieuwe film en tv-reeks. Helaas ontviel ons op 5 juli ook Nine Culliford van wie dit het laatste album was dat ze inkleurde. Hoewel de stripreeks al lang niet meer de voornaamste bron van inkomsten is, verdient het bedrijf achter het product ons respect om te blijven investeren in het maken van stripverhalen. In principe zouden de verantwoordelijken dat gemakkelijk kunnen doen met een batterij (anonieme) tekenaars en scenaristen om ons maandelijks met Smurfen-strips te bestoken, maar dat doen ze integendeel met een klein ploegje dat voor kwaliteit in plaats van kwantiteit gaat. Jup, wij lezen De Smurfen nog steeds heel erg graag, ze horen tot onze comfortzone.

> DAVID STEENHUYSE — augustus 2016