MELISANDE 13 Bijgeloof
Clarke + François Gilson • Dupuis 48 p. (SC)
|
|
Niet de dertiende in een dozijn |
|
Het gebeurt maar zelden dat we een bespreking kunnen aanbieden van een gagstrip. Want wat kan je daar nou eigenlijk voor zinnigs over kwijt? Je vindt een gag een geslaagde grap of niet. Simpel toch? Waarom richten we dan onze spotlichten op inmiddels al het dertiende deel van Melisande?... Wij hebben daar goeie redenen voor.
Het ongeluksgetal 13 bood stof tot een rode draad rond bijgeloof en ongeluk. Gelukkig lijkt het nergens geforceerd of vergezocht om toch maar die grappenstroom te handhaven zoals wel eens het geval was in albums van bijvoorbeeld De Familie Doorzon (dat trouwens geen dertiende deel kent!) door Gerrit de Jager. Het rosse heksje Melisande moet daarnaast immers nog steeds het hoofd bieden aan een gestadig opgebouwd universum van vaste nevenpersonages. Als hulpje op een kasteel met lugubere inwoners, als begaafde studente op een Harry Potter-achtige toverschool en als prooi van een meute gedweeë dorpsbewoners onder leiding van een fanatieke pastoor komt ze vaker dan haar lief is in contact met de — in dit geval middeleeuwse — medemens. Haar grootste bron van ergernis vormt echter haar nichtje, de lieftallige fee Melusine (de Franse naam van Melisande die bij de zuiderburen Mélusine heet, jawel).
Clarkes tekeningen ogen zoals steeds prettig. Melisande weet hij sexy neer te zetten zonder dat het plat of te frivool wordt. Melisande heeft nu ook niet meteen een wepsentaille, er zit vlees aan de meid. En Gilson houdt de automatische piloot van de vliegende bezem in toom. Tussen de bibliotheken vol gagreeksen van Dupuis is Melisande zonder twijfel de aangenaamste aanrader van het moment. |
|
> DAVID STEENHUYSE — oktober 2005 |