DE AZUREN BOEDDHA 1
Cosey • Dupuis (Impressie(s)) 62 p. (SC)
|
|
Beatlemania in Tibet |
|
Sommige mensen zijn ook nooit tevreden. Neem nu Cosey. In zijn thuisland Zwitserland staan zoveel bergen dat je er haast over struikelt bij de minste onoplettendheid. Maar voor Cosey mag het allemaal iets meer zijn. Zijn grote interesse voor Tibet (de streek, niet de tekenaar van Rik Ringers, maar wij verschieten van niets meer) bleek al uit de reeks waaraan hij zijn bekendheid te danken heeft: Jonathan. En ook zijn nieuwe worp, De Azuren Boeddha, speelt zich af in Centraal-Azië.
De jonge Gifford Millicent Carboard Jr. leeft begin de jaren zestig met zijn ouders in Calcutta. Weldra moet hij naar het regenachtige en theeslurpende Engeland terugkeren. De schoolplicht roept. Maar Gifford heeft meer belangstelling voor de yeti dan voor vierkantswortels. Wanneer de tuinman een visum krijgt om zijn familie te bezoeken in zijn geboortestreek Tibet, reist Gifford stiekem mee. De reis verloopt echter anders dan gepland. Na een verkeersongeval net over de grens, waarbij de tuinman gewond geraakt en Gifford zich nog maar net kan verbergen voor de Chinese politie, komt hij totaal uitgeput in een Tibetaans bergdorp terecht. De plaatselijke bevolking ontvangt hem met open armen. In afwachting van zijn terugreis mag hij de kinderen Engels leren spreken. En zingen, want de deuntjes van een beginnend Engels groepje worden al snel een hit in het dorpje. Dat de lokale bengels Gifford Porridge noemen, kan hem niet deren. Hij verliest zijn hart aan het mysterieuze meisje Lhahl. Het begin van een onmogelijke liefde?
Laat ons eerlijk zijn: verrassen doet Cosey met dit eerste deel van een tweeluik niet. We waren ook wat meer onder de indruk van die andere Tibet-strip die dit jaar verscheen: Pema Ling van Georges Bess in de collectie Spotlight van Dupuis. Maar toch kunnen we De Azuren Boeddha niet anders dan een goede strip noemen. De typische tekenstijl van Cosey raken we nu eenmaal nooit beu. Nog steeds horen wij de sneeuw kraken tijdens het lezen van de strip. Nog altijd bewonderen we met open mond de rotsige pieken van het indrukwekkende Tibetaanse berglandschap.
Het scenario lijkt een eenvoudig liefdesverhaal. Het zijn evenwel toch vooral het optimisme en de openheid van de personages die voor het meeste leesplezier zorgen. Maar die tegelijk het einde des te schokkender maken. |
|
> JEROEN FRANçOIS — oktober 2005 |