Ze hebben grote neuzen, wratten, kunnen toveren en knap zijn ze al zeker niet. Rarara, welke twee stripfiguren zoeken we? We hebben het uiteraard over Biep en Zwiep! De twee kibbelende heksen zijn terug dankzij Strip2000 en we kunnen dat alleen maar toejuichen. De uitgeverij zet zijn opmars voort in de humorstrip, waar onder andere Charel Cambré zijn werk stalt met de reeksen Filip van België, Jump en Pinanti.

Je kunt werkelijk alles verwachten in dit album. Naast het kibbelen en het pesten van elkaar, zien we bijvoorbeeld een klassieke mop omgezet worden in een gag. Zo blijft Biep maar vragen of er havermoutpap is en als er dan eindelijk havermoutpap is, vertelt ze doodleuk dat het smerig is. Het doet ons terugdenken aan onze jeugd toen we aan onze vriendjes eenzelfde mop vertelden, maar dan met Jantje die naar de bakker gaat om worteltaart. Zalig, toch?

Anahcronismen vinden we hier ook vaak terug. Verwijzingen naar de tv, met de post opgestuurde kleren en cadeaus bij aankopen in de supermarkt zijn geen absurditeiten voor Biep en Zwiep. Erg vinden we die historische incorrectheden niet. Het geeft ons een extra dimensie aan het begrip heksenhumor en ook wij hebben behoorlijk moeten giechelen met de oerdegelijke gags.

Een schoonheidsprijs wint het duo al zeker niet, maar hun poetsen mogen er zeker zijn. Vooral voor de beginnende lezertjes is dit een prima reeks dankzij de grote lettering en de humor die niet al te vergezocht is. Daarnaast zijn Biep en Zwiep twee lelijkerds, maar schrikken ze de kinderen niet af. Dit komt grotendeels door de soepele lijnvoering van Luc Morjaeu. De twee heksen zorgen bovendien sporadisch voor interactie met de lezertjes, wat kinderen zeker op prijs kunnen stellen. Denk maar aan een doorsnee Studio 100-show, waar interactie net de sleutel tot succes vormt. Enfin, wij hebben dit album alvast met veel plezier gelezen en geschikt bevonden voor kinderen!