Zeven ruiters verlaten de stad "gewapend met een onbezwaard hart en een vrije geest, koel glinsterend als kristal, voor de reis die hen te wachten stond". Na zo'n introductie komt het water je in de mond want dit wordt vast een avontuurlijk queesteverhaal. Maar dan trapt Jacques Terpant, die in drie delen een roman van schrijver, journalist en (ontdekkings)reiziger Jean Raspail bewerkt, op de rem en gaat rechtsomkeer. De zeven ruiters moeten eerst nog voorgesteld worden, we horen te weten waarom ze precies de stad verlaten, in wiens opdracht en wat ze er eventueel achterlaten want een beetje emotionele of dramatische verbondenheid moeten we ook opgelepeld krijgen.
Er wonen niet veel mensen meer in de stad. Het einde van de beschaving wenkt. Kinderen zijn er om een onverklaarbare reden waanzinnig en levensgevaarlijk geworden. Alle communicatie- en bevoorradingslijnen met de buitenwereld worden een na een doorgesneden. De resterende burgers kwijnen weg. Het leven moet er terugkomen en daarom gelast de erfgraaf zijn kolonel-majoor om verder dan het onbekende te gaan, op expeditie met de zeven laatste, sterke paarden. De kolonel-majoor kiest zes metgezellen. Op een eerste tussenstop vinden ze alleen de dood, op een volgende gewapende kinderen. Het verhaal kan verder.
Terpant heeft zijn personages goed aangekleed en hen in decors neergepoot die alle schijn van hsitorische geloofwaardigheid hebben. Zelfs het laatste katern met aquarelportretten en illustraties om verschillende personages voor te stellen, zetten je grotendeels op het verkeerde been. Ja deze dynastieën hebben echt bestaan, denk je dan, en de architectuur zal wel een historische stroming zijn. Niets van dat alles, het is allemaal fantasie, weliswaar gebaseerd op huizen en kastelen in Carcassonne, Praag, Normandië, de Baltische staten, of zoals Terpant het omschreef: decors waar Disney zich voor al zijn tekenfilms op baseerde. Het oude Europa op zijn laatste benen waar al wel de telegraaf, treinen en wapens voorkomen die uit westerns afkomstig zijn. Maar vooral de sfeer is bijzonder goed neergezet. Er zweemt gelatenheid en melancholie tegenover drieste levenslust. De teksten hebben iets literairs, met soms lyrische uitweidingen, maar ze zijn goed te behappen.
Voor Terpant zit de bewerking er al op. Daarna bewerkte hij een andere roman van dezelfde schrijver waarmee hij in Frankrijk even veel lof oogstte. Maar laten we eerst het ritje met deze zeven ruiters uitzitten. |