DE RODE RIDDER 250 De Uitverkorene
Fabio Bono + Marc Legendre • Standaard Uitgeverij 40 p. (SC)
|
|
The saga continues... |
|
Lang geleden dat er nog zo uitgekeken werd naar een stripalbum als naar deze tweehonderdvijftigste De Rode Ridder! En de sterren leken allesbehalve gunstig te staan: niet alleen had Peter Van Gucht deel 249 van een supercliffhanger voorzien die (voorlopig) niet verder uitgewerkt wordt, heel wat wenkbrauwen gingen de hoogte in toen Fabio Bono als nieuwe tekenaar binnengehaald werd. Niet dat iemand zijn tekentalent in vraag stelde, hij had met De Tempelier en Katharen al ruimschoots bewezen dat hij zich wel thuis voelde in de geïllustreerde ridderwereld. De vraag luidde eerder of zijn tekenstijl wel bij de reeks zou passen. Elke tekening die men vrijgaf, werd op de gespecialiseerde fora dan ook minutieus ontleed. En toen de cover eind april op de goegemeente werd losgelaten, startten er zoveel discussies over die rare vlek op Johans voorhoofd dat men er nog net geen dermatoloog bijhaalde.
Marc Legendre leverde in het recente verleden al wat Rode Ridder-scenario's af en wordt nu volledig aan boord gehesen om een negendelige cyclus uit te zetten waarvan deze De Uitverkorene het eerste deel is. Het vormt samen met deel 251 een tweeluik waarna de volgende delen afgeronde verhalen zullen zijn met een rood draadje dat te maken heeft met het gloednieuwe personage Allis. Legendre kreeg direct ook enkele pagina's extra te zijner beschikking en dat blijkt een uitermate goeie zaak, zeker naar de karaktertekening van de nieuwe personages toe.
De scenarist verzet zeker geen bakens in dit eerste deel, maar weet toch op een uiterst creatieve manier met een reeks om te springen die nu toch al enkele decennia tot ons collectief geheugen behoort. Naar goede gewoonte krijgt Johan dus de klassieke ingrediënten op zijn weg: een jonge deerne, een gemene kasteelheer, een slangachtig monster, Bahaal, een portie magie en Merlijn. Maar Legendre geeft links en rechts al wel wat subtiele hints weg zodat we vermoeden dat we niet zomaar met het zoveelste middeleeuwse swashbucklerverhaal te maken krijgen, maar dat de vertelling geleidelijk ook nog gelardeerd zal worden met de nodige zij-intriges.
En hoe moeten we de prestaties van Fabio Bono nu inschatten? Zonder de verdiensten van Willy Vandersteen, Karel Verschuere, Edward De Rop, Frank Sels, Karel Biddeloo of Claus D. Scholz te willen minimaliseren, zijn wij van mening dat de Italiaan de beste artiest is die de reeks ooit getekend heeft. Met het nodige respect voor het rijke verleden van de strip zet hij de bekende personages naar zijn hand en voegt hij er zijn eigen schwung en (vooral) details aan toe. Zo katapulteert hij de Rode Ridder linea recta de eenentwintigste eeuw in, zonder dat er een of ander ruimteschip aan te pas moet komen.
Het is de bedoeling dat er nog steeds vier albums per jaar zullen verschijnen van onze favoriete ridder. We vragen ons wel af of Bono dit helse tempo zal kunnen volhouden zonder dat zijn tekeningen aan kwaliteit inboeten. Standaard Uitgeverij heeft er in elk geval het nodige vertrouwen in en heeft het promotiebudget voor deze doorstart serieus opgekrikt. Zo voorzagen ze zelfs een minisigneertoer langs enkele steden in het Antwerpse en Leuven. Voor andere steden was geen tijd meer want Bono moet weer naar Italië, De Rode Ridder gaan tekenen.
We hebben het heel even nagekeken: het eerste deel dat we bewust bij verschijnen al meenamen in de winkel was De Barbaar uit 1977. De rest van de reeks schaften we ons mondjesmaat aan, vooral via de ramsjbakken in de GB aan 20 frank per album, onze pree voor een week. De afgelopen veertig jaar hebben we ons amper gestoord aan tekenaarswissels, waggelende verhaallijnen of een overdosis monsters en we hielden onze reeks netjes up-to-date. En dit blijven we ook nu nog doen, al zou het wel eens kunnen dat deze RR-4.0 een iets prominentere plaats in onze boekenkast gaat krijgen... |
|
> MARIO STABEL — mei 2016 |