Toen twee jaar geleden het eerste deel van Zwanenzang verscheen, kleefde er nog een prominente klaproos op de cover. Het was honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog begonnen was en daar mocht mee uitgepakt worden. Bovendien was onze man destijds lyrisch: "Deze strip behoort samen met Avontuur Zonder Helden, Op Zoek naar Peter Pan en Een Wolkeloze Toekomst tot het beste van de collectie Getekend." Waarop wij ons uiteraard nieuwsgierig afvroegen of dit tweeluik ook na het afsluitende deel nog een plaats kon opeisen in dat indrukwekkende rijtje.
Je zou denken dat die verdomde commandant Morvan, die vanwege zijn verminkt uiterlijk de enigszins denigrerende bijnaam De Puzzel kreeg, de achtervolging wel zou staken nadat hij brandwonden opliep bij de ontploffing van een tankstation en beschoten werd bij de valstrik op de brug. Maar nee hoor. Hij maakt er een erezaak van om de deserteurs, de muiters, de lafaards voor Parijs in hun kraag te vatten. Daar willen ze een getekende petitie die de achterlijke bevelen van hun oversten aanklaagt, overhandigen aan de voorzitter van de Assemblée Nationale, het lagerhuis. Dan zullen er koppen rollen. En houdt die vervloekte oorlog misschien zelfs eindelijk op.
Veruit de bekendste naam op de kaft van Zwanenzang is uiteraard die van Xavier Dorison, scenarist van onder meer Undertaker, de met voorsprong populairste strip van 2015. Samen met Emmanuel Herzet schreef hij een verhaal waarin plaats is voor zowel grootse daden als kleine emoties. Nagelbijtend spannend wordt het niet echt, daarvoor voel je het einde van te ver aan komen, maar je leeft wel mee met de kalverliefde van Le Science, met de bekentenis van Katz, met de grove humor van Le Bœuf. En als het vooruit moet gaan, aarzelen Dorison en Herzet niet om ontploffende vrachtwagens en uiteenspattende koppen op te voeren.
Die worden bovendien, net als in het eerste deel, prachtig in beeld gebracht door animatietekenaar Cédric Babouche. In zijn pagina-indelingen en camerastandpunten zijn letterlijk de keuzes van een professional te zien. Des te jammerder daarom dat we soms kop noch staart konden maken van enkele plaatjes, met name in de actiescènes. De aquarelinkleuring, die meer dan een toegevoegde waarde is op de rustigere pagina's, helpt hier ook niet bepaald. Wat personages betreft, gaat Babouche in dit tweede deel minder voor manga en meer voor impact.
Het eindverdict? Zwanenzang is een krachtig tweeluik geworden, dat ook zonder klaproos op de cover verdient opgemerkt te worden in de stripwinkel. De strip verdient vast en zeker haar plaatsje tussen Little Tulip, Western, Caatinga en andere geslaagde Getekend-albums. Dat Dorison een klasbak is, hoefde Zwanenzang niet te bewijzen, maar het werd hier ook allerminst tegengesproken. Van Babouche kijken we dan weer uit naar Mitsuo, zijn volgende one-shot waar hij tussen zijn prijswinnende animatiefilms aan werkt. |