Wij hadden het wat moeilijk met het eerste deel van De Kronieken van Roodhaar dat we een betere start hadden toegewenst. Hoe bekend scenarist Roy Thomas (die de fantasyfiguren Conan en Red Sonja van Robert E. Howard de comicwereld binnenloodste) ook is, aan zijn opdracht om de Storm-spin-off over Roodhaar te schrijven heeft hij zich vertild, nog net niet verbrand. Voor het tweede deel nam Rob van Bavel, ooit begnnen als de samensteller van een fanblaadje over Don Lawrence en tegenwoordig een succesvol uitgever die zweert bij talent van eigen bodem en die ook nog eens de rechten op Storm beheert, het stokje van Roy Thomas over. Zo is het gemakkelijk, zou je als buitenstaander kunnen denken, een uitgever die zich met zijn eigen reeksen bemoeit en er niet voor terugdeinst om dan maar zelf het scenario te schrijven (zie ook Storm 29 waarvan zopas de dossiereditie verscheen). Maar De Vijfde Toren pleit volledig in zijn voordeel: lààt 'm maar de touwtjes in eigen handen nemen, dit album is namelijk van begin tot einde een dolle rit in de Diepe Wereld, in de periode net voor astronaut Storm terug op de Aarde belandde, ver in de toekomst.
De auteurs gooien ons meteen in de actie waarbij Roodhaar door een groepje Tinuïden (een volk van dieven en vechtersbazen) is vastgebonden. Ze hebben het gemunt op de kostbare lading waar de Tinuïden over hoorden. Die lading is een prins die Roodhaar en Kiley als lijfwachten moeten escorteren naar zijn vader. Na de proloog, met een heel leuke knipoog naar de Storm-klassieker De Laatste Vechter, schiet het verhaal pas goed uit de startblokken wanneer het trio kennismaakt met Sol, een man die spijtig nieuws heeft over de vader van de prins. Samen trekken ze naar de Vijfde Toren waar de vader gevangen zou moeten zitten. Een leugen.
Van Bavel verliest niet te veel tijd aan het uitleggen of introduceren van situaties en het ontvouwen van de complotjes. Het moet vooruitgaan, dat is wat wij ook willen. Toch moeten we wel vragen stellen over de vreemde moeite die Sol zich getroost om zichzelf zogezegd op te hangen, de vliegende monsters Goi en Tac waar Roodhaar ineens als een soort Daenerys Targaryen en haar draken over beschikt en ja, ook waarom Roodhaar het hele album door met haar blote tetten rondloopt of haar blanke koppel toch alleszins nauwelijk verhult onder een hesje dat niet gesloten kan worden (en trouwens ook afwijkt van wat Romano Molenaar op de cover tekende). Over dat laatste kunnen we wel commerciële redenen bedenken, maar het hoefde voor ons niet zo nodig (ja, we worden oud). Maar goh, als je bij dat soort vragen te veel blijft stilstaan, staat het een ontspannende lectuur in de weg en waarom zouden we dat onszelf ontzeggen?
De Kronieken van Roodhaar biedt entertainment. Meer hebben we ook niet verwacht. Rob van Bavel zette de reeks weer kordaat op de rails en kiest voor de factor actie. Het kan alleen maar beter worden. Nu graag ook nog zo'n ingreep voor de hoofdreeks Storm waar de klad toch al een paar albums in zit. We missen de epische grandeur van vroegere verhalen, niet toevallig uit de periode van Don Lawrence en Martin Lodewijk.
Ook de tekeningen van De Kronieken van Roodhaar lijken in dit tweede deel minder afgeraffeld. Romano heeft ons inziens het evenwicht gevonden te hebben tussen zijn werk voor Storm, Roodhaar en J.Rom. Toen we Roodhaar op een van haar vliegende beesten zagen vliegen, ervoeren we zelfs eenzelfde sensatie als de scène waarin we Daenerys in het vijfde seizoen van Game of Thrones op haar draak zagen vliegen.
Voor ons is het een uitgemaakte zaak: we blijven hopen op beterschap voor Storm (Martin Lodewijk schrijft deel 30!), we denken dat de volgende Roodhaar nog beter wordt en het volgens ons op alle fronten mislukte J.Rom laten we voortaan links liggen. |