Bibliografie van Michel Tacq
• De Verhalen van Oom Wim
• Joris Jasper
• Stany Derval
Bibliografie van Jean-Michel Charlier
• "Classic" Tanguy en Laverdure
• Blueberry
• Blueberry: Integrale Editie
• Brice Bolt
• Dan Cooper
• De Avonturen van Buck Danny
• De Avonturen van Tiger Joe
• De Beverpatroelje
• De Complete Tanguy en Laverdure
• De Doodsengel
• De Gringos
• De Jonge Jaren van Blueberry
• De Verhalen van Oom Wim
• Flip Flink
• Geschiedenis in Beeldverhalen
• Jan Kordaat
• Jim Cutlass
• Joris Jasper
• Kim Devils Avonturen
• Robber de Ruige
• Roodbaard
• Roodbaard - De Schrik van de Zeven Zeeën integraal
• Roodbaard - De Schrik van de Zeven Zeeën integraal
• Surcouf
• Tanguy en Laverdure
• Tarawa
DE COMPLETE BEVERPATROELJE 4
Speuren in Europa: 10. De Formule "N.N." - 11. De Scharlaken Wolven - 12. Het Zigeunermes


Michel Tacq + Jean-Michel Charlier • Arboris
160 p. (HC)
Er zijn nog zekerheden

De Franse integrale reeks van Dupuis bundelt per integrale telkens vier reguliere albums van De Beverpatroelje terwijl Arboris het bij drie houdt. In het Frans zijn er momenteel al 24 van de 31 verschenen albums gebundeld. In het Nederlands zitten we met De Complete Beverpatroelje 4 amper aan de helft. "Amper" klinkt neerbuigend, maar eigenlijk hebben die vier integrales ons al heel wat leesplezier geschonken. Een verhaal van Jean-Michel Charlier lees je nu eenmaal niet in een kwartiertje uit.

Wederom schotelt hij ons spannende verhalen voor waarbij de vindingrijkheid van de Bevers (laat staan de bedenker van hun avonturen) telkens weer verrast. In De Formule "N.N." raakt een vliegtuigje in moeilijkheden boven het kamp van de Bevers. De jongens improviseren een landingsbaan met verduidelijking van de windrichting. De piloot vertelt hen dat er sabotage mee gemoeid is en nodigt hen uit dankbaarheid uit op de vliegbasis waar hij als stuntvlieger actief is. Daar krijgt hij opnieuw een ongeluk, met fatale afloop deze keer. De Bevers voeren zelf een onderzoek naar de daders. Iemand helpt hen daarbij waardoor ze zich kunnen ontpoppen als een groepje spionnen met voor die tijd moderne apparatuur als hulpmiddel. De Scharlaken Wolven start met een misverstand waarbij Tapir en Vlieg tijdens een spel in Parijs een zogezegde spion moeten volgen, maar zich in werkelijkheid verdacht maken bij een échte spion die ze achtervolgen. Kostbare documenten komen in hun bezit, maar de spion en zijn opdrachtgever laten het daar niet bij. Nu ze weten wie Tapir en Vlieg zijn, worden ze bedreigd. Helaas werd Tapirs nogal opzichtige brommertje gestolen met de documenten in de tas. Eerst moet de brommer teruggevonden worden. De Bevers weten op alles raad en schakelen duizenden andere padvinders in. Het Zigeunermes speelt zich af in de Camargue. De Bevers zijn er door een landgoedeigenaar, de voormalige cowboy Monicelli, uitgenodigd om er te komen kamperen. Monicelli ment er verschillende kuddes. Maar net wanneer de Bevers er zijn — o dankbaar toeval — worden er koeien vergiftigd en een van Monicelli's medewerkers dood teruggevonden, schijnbaar neergestoken door een zigeunermes. Ja, er zijn zigeuners in de buurt en verdachten worden dus snel gevonden. Maar de Bevers komen op een ander spoor. Het Zigeunermes is ons inziens het beste verhaal in deze bundel. De spanning en emoties lopen hoog op.

Er zijn heel wat redenen om oudere reeksen opnieuw aan te bieden als integrale. Uitverkochte en niet meer verkrijgbare reeksen compleet beschikbaar brengen voor ze in de vergetelheid sukkelen, patrimoniumbeheer met verplichte achtergronddossiers (waarbij we in deze integrale bijleren over onder meer een geval van censuur en Charliers lachwekkende kunstgreep om een Franse titel in de laatste prent nog vlug uit te leggen) of het grote succes van vroeger nog eventjes in herinnering brengen en hopen dat nostalgische striplezers hun favoriete reeksen van toen opnieuw willen ontdekken door mooi uitgevoerde albums te kopen. Wij zijn onverbeterlijke nostalgici , maar we zijn jonger dan de reeks. Wij stellen ons bij elke integrale reeks, bij elk verhaal, graag de vraag in welke mate ze verouderd, dan wel gedateerd is.

Zo kent het klassieke realisme van Michel Tacq zijn hoogtes en laagtes. In deze bundel vielen ons de vele sterke nachtscènes op. Zijn hoofdjes zien er daarentegen niet altijd even goed uit. De inkleuring is vlak en maakt gebruik van een beperkt kleurenpalet dat nergens sfeerscheppend is. Het valt moeilijk uit te leggen aan lezers van nu dat de technieken uit 1962 en 1963 lang niet zo hoogstaand waren als latere jaren. Het goede nieuws is dat hier verbetering in komt in volgende delen, nu zitten we er nog mee.

Waar er geen verandering in komt, zijn de goede waarden van de Bevers en hoe ze met gevaarlijke situaties omgaan. Hoe ze kampen bouwen, touwen knopen, sjorren, gebruik maken van hun mes, vuur maken en andere vaardigheden die ze hebben aangeleerd in de praktijk toepassen, verschilt nauwelijks met wat padvinders en scouts nog altijd toepassen. Er zijn nog zekerheden.

> DAVID STEENHUYSE — maart 2016