De jonge Amerikaanse boerenzoon Matt probeert fortuin te maken in de Klondike waar een vijftigduizendtal goudzoekers er alles voor over hebben om alle goud uit de rivier te halen. Dat moeten ze soms bekopen met hun leven want de barre omgeving is nog vaak onontgonnen gebied. De oude Mersh steelt een paar honden van Matt om ze later terug te bezorgen, zo goed en zo kwaad mogelijk opgeleid als sledehonden. In Dawson, het goudzoekersdorpje dat zienderogen uitbreidde naar een stad met een populatie van zo'n veertigduizend hoofdzakelijk mannelijke zielen, maakt Matts love interest Marie grote sier als gezelschapsdame. Matt kan in Dawson vlees verkopen. Op de terugweg zakt hij met zijn slede door het ijs. Het is de spannendste scène in het album waar ook de cover naar verwijst. In tal van andere verhalen zou de held er weer uit klauteren, het water van zich afschudden en weer verder trekken. In dit geval gaat het om een rauw-realistische situatie. Het ijswater maakt brandwonden in Matts huid. Het gaat hier om overleven. Het ergste is dat hij nog eens in het water moet duiken om wat dan ook van zijn eigendommen te kunnen recupereren. En dan zijn we nog maar halverwege zijn beproevingen.

De bewerking van de roman van Nicolas Vanier door de gebroeders Stalner is een boeiend relaas over man versus natuur, man versus maatschappij en nog wat meer versussen. Avontuur op topniveau.