Bibliografie van Hec Leemans
• Ambionix
• Bakelandt
• Bakelandt
• Circus Maximus
• De Lustige Kapoentjes
• F.C. De Kampioenen
• F.C. De Kampioenen Presenteert: Vertongen & Co
• Guust: Gefeliciflaterd!
• Keizer Karel
• Kim
• Kowalsky
• Kramikske
• Nino
• W817
BAKELANDT - DE COLLECTIE 1
62. Het Zwarte Goed - 64. De Erfenis van Casanova - 65. De Maskers van Venetiƫ - 69. Een Wapen voor Eire


Hec Leemans • Standaard Uitgeverij
200 p. (SC)
Bakelandt heeft het allemaal

Raoul De Crèvecœur, de verraderlijke bevelhebber over de Franse troepen ten tijde van Napoleon Bonapartes heerschappij, staat op nummer 41 in onze Schurken- & Feeksentop. Dat hij als Bakelandts aartsvijand een onvergetelijke indruk heeft nagelaten in stripmiddens beschouwen we bij dezen als bewezen. Hij is ook de keuze voor een eerste thematische bundeling met vier, nee sorry, drie verhalen waarin hij een belangrijke rol vervult. Het gaat om latere verhalen waarin Hec Leemans' tekeningen op hun toppunt stonden voor deze realistische reeks met veel historische achtergrond.

In Het Zwarte Goed verkoopt Raoul de bezittingen van een adellijke familie aan particulieren voor eigen gewin. Omdat enkel de dochter tijdens de overval op de koets van haar familie uit de handen van Raouls trawant Cudell bleef en bij Bakelandt en zijn roversbende terechtkwam, mag Raoul er zeker van zijn dat hier het laatste woord nog niet is over gezegd. In het Venetiaanse tweeluik De Erfenis van Casanova en De Maskers van Venetië komt Rooie Zita te weten dat zij de mogelijke dochter is van Giacomo Casanova. De erfenis is niet min. Ook Raoul toont interesse en ontvoert Zita om met haar naar Venetië te reizen. Maar daar heeft er nog iemand een eitje met hem te pellen. In Een Wapen voor Eire komt Raoul vreemd genoeg niet voor. "Vreemd" in die zin dat dit toch om een bundeling met verhalen rond De Crèvecœur zou moeten gaan. In zijn plaats pakt topspionne Milady, die haar verleidingskunsten al met vrucht op Raoul heeft toegepast, de medehoofdrol van hem af. In Luik is een geheim wapen aangekocht door Ierse opstandelingen. Dat wapen moet nog wel geleverd kunnen worden. De tegenstanders van de Ieren willen daar een stokje voor steken en het wapen zelf in handen krijgen met Milady als uitvoerende kracht. Actie, mysterie, spionage, detective, avontuur, geschiedenis en er kon ook nog humor bij. Bakelandt heeft het allemaal.

Zoals we in de eerste alinea al aanhaalden, dateren deze albums uit een grafische topperiode. De decors zijn magnifiek en knap gedetailleerd, mede door toedoen van assistent Claus D. Scholz. Met name het achttiende-eeuwse Venetië en Londen komen mooi tot hun recht. De personages acteren gezwind in prenten die vooreerst klassiek, maar bij nader inzien ook met een vakkundig oog voor het vergroten van de impact zijn gekadreerd. Ook in actiescènes is Hec Leemans een voorbeeld. Kijk bijvoorbeeld naar de twee pagina's uit De Erfenis van Casanova waarin een koets met muilezels op hol slaat. Een beetje spanning is nooit weg in Bakelandt.

Bakelandt-kenner Martin Floré schreef een informatief, maar nogal kaal geïllustreerd achtergronddossier bij elkaar. Via de geschiedenis én de toekomst van de stripreeks Bakelandt gaat het uiteraard ook over De Crèvecœur. Zijn belangrijkste wapenfeiten (telkens gedwarsboomd door Bakelandt en zijn bende) zet Floré op een rijtje. Hij laat geen detail onvermeld.

Zo'n dossier vinden we tegenwoordig een must om bij een reprise van oude verhalen te krijgen. Alleen is dit geen chronologische, integrale uitgave. De formule om een selectie te maken van bij elkaar horende verhalen hebben we al gezien bij Suske en Wiske, De Kiekeboes of Urbanus, drie andere langlopende reeksen (waarom kan dat trouwens niet ook met De Rode Ridder?). Maar van Bakelandt hadden we nu net wat meer verwacht, ook door de prijs die quasi dubbel zoveel is als de thematische bundelingen van voornoemde reeksen. Voor ons mocht het net wel een mooie integrale reeks geworden zijn, zelfs in hardcover, met de complete geschiedenis van Bakelandt per verhaal en alle soorten illustratiemateriaal uit de krant of voor promotiedoeleinden. Een reeks als Bakelandt vraagt daar gewoon vroeg of laat om. Nu had het er kunnen van komen. Maar kijk, dan maar zo. We respecteren nochtans de keuze van de uitgeverij en Hec Leemans om in een latere periode in te stappen omwille van grafische redenen en de mate waarin zijn verhalen steeds gestroomlijnder en geperfectioneerder werden. Maar of er nu nieuwe lezers mee gewonnen worden om voor hen ogenschijnlijk lukraak bij elkaar gekozen verhalen te bundelen, moeten we betwijfelen.

> DAVID STEENHUYSE — december 2015