DE RODE RIDDER 248 De Drakkar des Doods
Claus D. Scholz + Peter Van Gucht • Standaard Uitgeverij 32 p. (SC)
|
|
Scenarist tot in de kist |
|
Een goeie scenarist is iemand die discreet zijn voelsprieten uitsteekt en zo de vinger aan de pols houdt om een verhaal boeiend te houden. Hij moet op een onopvallende manier alledaagse dingen in het verhaal binnensmokkelen zonder dat je een copy-pastegevoel krijgt. Hij moet ervoor zorgen dat je je direct thuis voelt in de setting, zal het scenario een ouwe-jongens-krentenbrood-sfeertje meegeven en tegelijkertijd de herkenbaarheid op een inventieve manier doseren. Hij weet karakters die soms al decennia meegaan, voldoende mysterie mee te geven en zo de voorspelbaarheid draaglijk te houden.
Awel, Peter Van Gucht is zo'n scenarist. Hij is een spons die in zijn omgeving de inspiratie opzuigt en voorlopig nog niet de bodem van de emmer bereikt lijkt te hebben. Niet dat we zijn werk telkens kritiekloos met een vijfsterrenrecensie honoreren, maar de man beschikt wel over een dosis stielkennis en een ongebreidelde fantasie zodat hij in een hoog tempo degelijke verhalen weet af te leveren.
Album nummer 332 van Suske en Wiske krijgt de ronkende titel Het Verloren Verleden mee en ook de cover doet je vermoeden dat de teletijdmachine nog eens overuren mag draaien. Barabas heeft een nieuwe uitvinding klaar waarmee hij het menselijk brein kan back-uppen naar een computer. Door een misverstand geraakt de professor echter zijn verstand kwijt en moeten onze helden al tijdreizend op zoek naar de usb-stick.
Al heel wat specialisten hebben zich over de morele consequenties van artificiële intelligentie gebogen en ook Van Gucht behandelt dat hier op een geheel eigen metaforische wijze. Tel daar nog wat cameo's van lang vergeten Suske en Wiske-passanten bij en we kunnen weer van een aangenaam verhaaltje spreken. Al enkele albums hadden we de indruk dat Sus en Wis een iets rijpere look gekregen hadden. We hebben nu ook door welke grafische vondst Luc Morjaeu daarvoor uit zijn tekenpotlood getoverd heeft. Let maar eens op de lijntjes naast de ogen van de personages en je ziet wat we bedoelen.
Peter Van Gucht maakt vanaf nu ook deel uit van team De Rode Ridder. In afwachting van een volledige restyling van de reeks (die zou ingaan vanaf album 250 als tekenaar Claus D. Scholz met pensioen gaat), neemt hij voor dit 248ste album de scenariohonneurs waar. En daar zijn we echt niet rouwig om... Om Claus te plezieren heeft hij hier ook wel een monster naar binnengesmokkeld, maar al bij al is dit een vintage ridderverhaal waar middeleeuwse deugden zoals moed en trouw hoog in het vaandel gedragen worden. Van Gucht verlaat de historische periode die Martin Lodewijk voor zichzelf had afgebakend en keert terug naar de vroege middeleeuwen, toen Noormannen en ander gespuis regelmatig onze contreien met hun ongewenst bezoek vereerden.
Dat de scenarist hier op de Vikingkar springt (zie de tv-serie Vikings, zie de indrukwekkende tentoonstelling in het Tongerse Gallo-Romeins museum) zien we graag door de vingers. Toen Karel Biddeloo in het album In de Witte Hel uit 1986 de adembenemende boezem van de schone Amargith toonde, schreeuwde de goegemeente moord en brand. Ook Claus flirtte al af en toe met wat (al dan niet) functioneel naakt en brengt hier nog eens een vrouwenpoep prominent in beeld. Of er nu nog geschreeuwd zal worden, durven we te betwijfelen. De Rode Ridder is namelijk al een hele tijd geen jeugdstrip pur sang meer en voor een blote bil kruipt een mens niet meer in de pen. |
|
> MARIO STABEL — december 2015 |