Bibliografie van Frederik Peeters
• Blauwe Pillen
• Een Beeld van een Jongen
• Koma
• Lupus
• Zandkasteel
AâMA 2
De Onzichtbare Menigte


Frederik Peeters • Sherpa
88 p. (SC)
Soms staart de spiegel terug

Stukje bij beetje onthult Frederik Peeters de samenleving waarin onze personages zich bewegen. Waar anderen zich zouden verliezen in oeverloze beschrijvingen, laat Peeters deze omstandigheden enkel naar voor komen wanneer de lezer er iets aan heeft. Dat is slim. En toont aan wat voor schrijver hij is.

Als lezers weten we niet wat de "grote crisis" is, enkel dat het bedrijf waarvoor Verloc (het hoofdpersonage) zijn broer werkt erdoor zijn project op de planeet Ona(ji) heeft moeten afbreken. Nu, enkele jaren later dient de waardevolle technologie Aâma, die met enkele wetenschappers insurance for xanax
 daar werd achtergelaten, teruggehaald te worden. En nu wordt het even technisch. De planeet Ona(ji) bevindt zich in wat wij op aarde het Cambrium noemen. Grofweg gezegd: een van de eerste stadia waar men kan spreken van 'leven' op een planeet. Aâma is een nanotechnologie, een zwerm microrobots met een hive-achtige intelligentie, zo je wil, die het evolutionair proces moeten versnellen. Maar zoals bij elke Frankensteinmythe neemt het monster op een bepaald moment zelf zijn lot in handen en rent de dokter zijn creatie achterna, hopeloos proberend deze uit te schakelen. De Aâma heeft namelijk de robots van zijn schepper mee in zijn versnelde evolutionaire derwisjdans gesleurd en creëert een voor de mens zeer vijandig gezinde natuur, met metalen voelsprieten en multifocale laserogen. De kansen van het groepje overlevers slinkt zienderogen.


Dit weten we uit de dagboekfragmenten die Verloc ons voorleest, Verloc leert zichzelf samen met ons kennen. Hoe Verloc alleen op de planeet overbleef met alleen Churchill, een bodyguardrobot, weten we ook nog niet. Wat we sinds het eerste deel wel weten, is dat het een mateloos interessant beeldverhaal oplevert. Wie macho's met straalkanonnen en halfnaakte groene alienmeisjes met anal probes verwacht moeten we teleurstellen. Het is een intimistisch portret van een doodgewone man in een voor ons zeer bizarre wereld die soms meer overeenkomsten vertoont met onze wereld dan we zouden denken.

Het verdriet en het uiteendrijven van Verloc en zijn vrouw over hun kind, dat duidelijk niet in de samenleving past, is hartverscheurend oprecht en eerlijk weergegeven.

Alweer 88 pagina's sciencefiction die doet wat meeste andere 'serieuze' verhalen soms te weinig doen: ons een spiegel voorhouden.

> WIM DE TROYER — september 2015