DE BANK 3 1857-1871 - Tweede Generatie: De Hausmannspeculatie
Malo Kerfriden + Pierre Boisserie/Philippe Guillaume • Dargaud 56 p. (SC)
|
|
Geld en macht |
|
De historische familiesaga De Bank, met accenten op de financiële geschiedenis, begint aan de tweede generatie in de periode 1857-1871. Voor dit tweeluik neemt Malo Kerfriden (KGB) het van Julien Maffre over. Maffre legde zich namelijk toe op het soloproject Stern, een western over een doodgraver. Hij keert wel terug voor het derde tweeluik. Niettemin gaat het om een nette overgang.
In De Bank 3, het eerste deel van het tweede tweeluik, gaat de oorlog tussen de leden van de familie de Saint-Hubert verder. De kinderen van Charlotte en haar rivaal, haar broer Christian, nemen nu het voortouw. Charlottes zoon is een zwakkeling die enkel zijn geslacht voor heeft op zijn veel slimmere zus en zijn moeder want als vers ingewijde wisselagent in een exclusieve mannenwereld krijgt hij voor zijn familie toegang tot de beurswereld. Net goed want prefect en stadsarchitect Georges-Eugène Haussmann heeft immense plannen om Parijs te herbouwen en daar valt munt uit te slaan voor de Saint-Huberts. Vastgoed en zo, weet je wel. Hele wijken moeten hiervoor wijken. De mannetjes van Christian en zijn zonen (van wie er een duistere praktijken op nahoudt) zorgen ervoor dat de bewoners op hun concessie vlot verhuizen, desnoods met een knokploeg als overtuigend argument.
Geld en macht, daar gaat het in De Bank over. Het ene genereert het andere, maar net zoals de beurs om de zoveel tijd crasht, lassen Pierre Boisserie en Philippe Guillaume keerpunten in waarop plots belangrijke beslissingen moeten genomen worden. De ene dankzij een uitgekiende voorbereidng, de andere door stom toeval. En zo komt het dat op het eind de watjes het ineens voor het zeggen hebben. De gevolgen van hun oordeel lezen we in het volgende album. |
|
> DAVID STEENHUYSE — september 2015 |