Jack Kenu is een Maori, het volk dat op Nieuw-Zeeland woont, maar er nu een minderheid vormt. Jack is inspecteur bij de Aucklandse politie. Scenarist Caryl Férey gaf 'm een trauma na het vertrek van zijn vrouw die hij maar niet uit zijn hoofd kan zetten. Je kan 'm bezwaarlijk een plichtsbewust en ambitieus speurder noemen. Hij troggelt criminelen dan ook nog geld af. Zijn baas geeft hem een waarschuwing en een nieuwe zaak. Op een strand is het lichaam van een meisje gevonden, een jonge Maori van een jaar of twintig, met ingeslagen schedel. Hoe meer Jack zich in de zaak verdiept, hoe duidelijker het voor de lezer wordt dat hij zijn inzichten en vastberadenheid nog niet helemaal is kwijtgespeeld. Wanneer ook de identiteit van het meisje is achterhaald, is het hek van de dam. Ze is de dochter van een toppoliticus, een Maori met humane ideeën die het zijn tegenkandidaat in de aanloop van de nakende verkiezing knap lastig maakt. Verdomme, wat heeft die meid zich op de hals gehaald, wat zijn de verstrekkende gevolgen van haar daden en in welk politiek wespennest komt Jack terecht?

Maori is een steengoeie en keiharde thriller met intriges op slechts een paar fronten. Het zou niet misstaan in de polarcollectie Kaliber van Casterman. Bovenop het presenteren van een rücksichtslos politie- en bandietenverhaal biedt Maori ook een rijker palet over de smerige rol van de media en het laakbare steekspel van de politiek, maar het staat ook stil bij persoonlijk verlies en niet meer terug te winnen liefde. En er is de schande, alomtegenwoordig doorschemerend in tekst en tekeningen. Pak aan, dit is Maori!