GRAND PRIX integraal
Marvano • Dargaud 176 p. (HC)
|
|
Vrroooaaarrr — BOEM! |
|
We zijn hier serieus zot van de boeken van Bill Bryson. Deze Britse Amerikaan slaagt er telkens weer in om in een heel toegankelijke taal de ingewikkeldste onderwerpen op een begrijpelijke manier voor de lezer te ontvouwen. Zijn huzarenstuk is ongetwijfeld Een Kleine Geschiedenis van Bijna Alles, waarin hij als niet-wetenschapper heel wat natuurkundige ontdekkingen tot op het bot fileerde en er een voor iedereen goed te behappen versie van overhield. In De Zomer van 1927 hangt hij de geschiedenis van het interbellum op aan enkele frappante highlights uit dat gezegende jaar, zoals de Atlantische oversteek van Charles Lindbergh en de strapatsen van honkballer Babe Ruth. Bryson weet het telkens zo in te kleden dat je nooit het gevoel hebt dat je een historisch feitenboek aan het lezen bent, ook al is zijn bronvermelding meer dan indrukwekkend.
Marvano (Mark Van Oppen) hanteert min of meer dezelfde aanpak als Bryson. Opgegroeid in de schaduw van het circuit van Zolder was hij al op jonge leeftijd gefascineerd door de glimmende bolides die in zijn achtertuin rondcrossten. In de loop van de jaren heeft hij zich nog meer verdiept in het onderwerp, totdat hij voldoende materiaal had om er een diepgravende trilogie van te maken. We volgen in deze integrale de geschiedenis van het racen in de jaren 1930 en we zien de eclatante successen van Mercedes en Audi (Auto Union). Hoewel vooral de races en de piloten centraal staan in deze vertelling, gebruikt de auteur ze ook als kapstok om even stil te staan bij het opkomende nazisme en de gevolgen daarvan voor heel Europa. Deze invalshoek zorgt ervoor dat je een vloeiend verteld verhaal krijgt (deels realiteit, deels fictie) dat nergens verveelt. Bovendien voel je gewoon bij elke pagina hoeveel plezier Marvano beleefde bij het vertellen van dit avontuur. Doe daar nog een uitgebreid achtergronddossier met een persoonlijke visie van Marvano op de wagensport en de toenmalige geschiedenis bij en een voorwoord van monsieur F1, Jacky Ickx, en je krijgt een album dat thuishoort op elke boekenplank, netjes gepositioneerd tussen een Michel Vaillant (Jean Graton) en (pakweg) een Airborne 44 (Philippe Jarbinet). |
|
> MARIO STABEL — juni 2015 |