Het bombardement aan integrales dit jaar begint al aardig op te schieten en nu komt het zelfs uit onverwachte hoek. Uitgeverij Prestige, gekend van Requiem - De Vampierridder, gooit zich nu ook op het strijdtoneel met deze eerste van drie geplande integrales van de reeks De Partizanen. Tussen 1980 en 1989 verschenen er zeven losse albums met verhalen die in opdracht van het Nederlandse stripblad Eppo werden gemaakt door het Joegoslavische duo Jules Radilovic alias Jules en Dorde Lebovic (technische beperkingen verhinderen ons om extra benodigde accenten op hun namen te plaatsen). Zij schoven de Joegoslavische majoor Dragon en partizane Sparkie, een vrouwelijke luitenant die haar mannetje staat, naar voor die in de jaren 1943 en 1944 tijdens de Tweede Wereldoorlog tegen de Duitse en Italiaanse fascisten streden. De stripreeks kwam ten einde door het uiteenvallen van Joegoslavië tijdens de burgeroorlog.
Als nieuwe lezer verraste de vlotheid van de vertelling ons. Lebovic verdiende al zijn sporen als roman-, film-, tv- en theaterschrijver terwijl het schrijven van strips voor hem geen opzienbarend struikelblok blijkt. De verhalen bulken van de actie, het verraad, spionage, dubbelspel, explosies, lucht-, vuur- en infanteriegevechten en aan het eind winnen de Duits-... héhé, nee, toch niet. Maar waar uit het eerste verhaal Het Konvooi nog moest blijken dat Dragon en Sparkie de hoofdrol spelen, met deserteur Deacon als een soort Barney Jordan-sidekick, durft dat in de andere verhalen nogal te variëren. Tegelijk toont dit aan dat de auteurs zich niet laten forceren om per se telkens met dezelfde helden aan de slag te moeten. De Partizanen is nogal situatie- en plotgedreven en daar kan je als schrijver ineens het beste uit halen. Een groter houvast bieden de locaties, de historische geloofwaardigheid en de werkelijk spannende thrillerelementen. Tijdloos zouden we de verhalen niet durven noemen, maar het lezen van deze eerste gebundelde uitgave nam alvast bij ons alle twijfels over de hernieuwde kennismaking weg.
De tekeningen zijn wat ze zijn: functioneel realisme, waarmee we doorgaans bedoelen dat we er niet speciaal voor zouden omkijken, noch dat eventuele tekortkomingen ons zouden storen. En ook hier weer, hoe langer je in deze bundel leest, hoe meer het geheel je weet te overtuigen. Toch een goede zet van Prestige wat ons betreft.
De eerste integrale bevat vier verhalen (het eerste kende een gewone albumlengte, de andere drie bestaan elk uit 22 pagina's), aangevuld met een achtergronddossier met info, foto's, illustraties en een aantal potloodtekeningen. De lay-out van die extra pagina's is op een drafje gebeurd. De reproductie van de oude stripplaten is dan weer onberispelijk. De kleuren zijn behoorlijk basic, maar nog steeds springlevend. |