AGENT 327 20 De Daddy Vinci Code
Martin Lodewijk • Uitgeverij L 48 p. (HC & SC)
|
|
No less is more |
|
De Bijbel, Het Achterhuis van Anne Frank en De Da Vinci Code zijn de drie best verkochte boeken aller tijden. Dat laatste boek is niet te verwarren met De Daddy Vinci Code, het twintigste dossier van Agent 327, want dat ligt pas in de winkel. Het kostte Martin Lodewijk zo'n zes jaar om het te voltooien. De lezers van het stripblad Eppo moesten geduld uitoefenen tussen twee onregelmatige voorpublicaties door en vroegen op hun beurt met enige regelmaat aan de redactie wanneer dat vervolg zou verschijnen. Op den duur moesten zowel Eppo als Martin Lodewijk het antwoord schuldig blijven. Privésituaties, waar we niet dieper op ingaan, zijn mee de oorzaak voor het moeizame proces. Maar kijk, het album ligt er nu. En dat is wat telt.
Zes jaar geleden was Dan Browns boek De Da Vinci Code nog ten zeerste een opmerkelijk verschijnsel, toevallig in vertaling verschenen bij dezelfde uitgeverij als het bedrijf waar Uitgeverij L een onderdeel van is. Maar ondertussen hebben we onze portie esoterische codebrekersverhalen ruimschoots gehad. Ook in De Daddy Vinci Code gaat het om de vindplaats van de schat van de tempeliers, de Heilige Graal en terloops de afstamming van Maria Magdalena. Al goed dat het in wezen toch om de humor te doen is.
Behalve een (grappig) uitstapje naar een Frans dorpje houdt Martin Lodewijk het lokaal en knoopt authentieke feiten aan een grote scheut fantasie. Er waait een driftige maffiabons van over de grote plas over die er een beetje uitziet als Vito Cortizone uit de reeks Robbedoes en Kwabbernoot... of dus net zo goed als Marlon Brando in The Godfather. Het verhaal gaat pas echt van start met de gewichtige ontvoering van de Italiaanse zaakvoerder van een ijssalon in hartje Amsterdam. Eigenaar Daddy Vinci is in het bezit van een eeuwenoud geheim recept voor zelfgemaakt ijs. Dat lijken ons al heel wat intrige-elementen, maar de prominente aanwezigheid van Olga Lawina, over wiens vleesbollen nooit eerder zoveel grappen werden gemaakt, is een extra vermelding waard... Niet alleen omwille van esthetische redenen overigens.
Het blijft van vakmanschap getuigen hoe Martin Lodewijk het met zoveel elementen tot een goed einde weet te brengen. Hij hanteert allerminst het less is more-principe (al zeker niet wat jongedame Lawina betreft). Veel andere auteurs zouden verstrikt raken in hun eigen web van intriges en falen in het overbrengen ervan. Lodewijk houdt stand, maar we hebben al betere Agent 327-verhalen gelezen. De tijd heeft het album helaas wat ingehaald, nog net niet genadeloos.
Jammer vinden we bovendien het nutteloze gebruik van foto's die volledig breken met de komische tekenstijl die ons graag doet denken aan de Robbedoes- en Franquin-school van weleer. Als het is om het authentieke karakter te onderstrepen, schiet het zijn doel voorbij. Lodewijks zwierige lijnvoering is zoveel beter dan een niet eens mooi afgedrukte foto. Voor die tekeningen alleen al kopen we zijn albums. |
|
> DAVID STEENHUYSE — april 2015 |