"Een willekeurige keuze uit de jaren 1994-2011" meldt de titelpagina van deze cartoonbundel. Mocht Gummbah of de uitgeverij er een werkelijke best of van de laatste twintig jaar van hebben gemaakt, zou het resultaat hetzelfde opgeleverd hebben. Bijna àlle cartoons van Gummbah kietelen namelijk de lachspieren... met een breinaald weliswaar want soms druipt de gortigheid ervan af. De legende wil dat Kamagurka bij het debuut van zijn Nederlandse evenknie in Humo met jaloerse gevoelens rondliep wat een latere, verminderde aanwezigheid van Gummbahs in Humo moest verklaren. Wat we indertijd wel zeker wisten, is dat het Kamagurka al lang niet meer lukte om ons te doen lachen met zijn cartoons. Anders was het bij de grotere verrassingen die Gummbah etaleerde. Zelfs in zijn vergezochtheid primeerde de pointe. De vergezochtheid van Kama bleef gewoon vergezocht, maar niet grappig. Gummbah heeft toen ook wel zijn portie kwade lezersbrieven ontvangen. Een must voor elke cartoonist die iets te betekenen heeft.
Toch hebben we niet de indruk dat het 'm om het schokeffect te doen is. Nogmaals: de pointe primeert, ongeacht de vernederingen die hij zijn personages onderwerpt. De zorg die hij zich bespaart om er een mooie tekening van te maken, investeert hij in de weloverwogen teksten. Die zijn altijd wel goed voor het onverwachtse, het plotse duwen van een slagroomtaart in je snoet. Vaste waarden als schriele burgermannetjes, lelijke vrouwen, ziekten, seks, beledigingen, kabouters en Smurfen passeren hierbij de revue.
Meestal raden we af om cartoonbundels in één ruk uit te lezen. In dit geval konden we gerust nog eens honderdzestig pagina's verdragen.