Het bonte leger aan personages dat in de eerste episode van Azimut aan ons werd voorgesteld, vervolgt in deze tweede worp onvervaard zijn weg. Eugene, Le Pérue, Manie en haar ongerijmdheden komen terecht bij de legendarische Baron Verdriet, een letterlijk kleurloze figuur die Liegebeestgewijs met zijn paleis door de lucht zweeft. Intussen zijn de premiejager Oreste en het konijn Polo, allebei en om uiteenlopende redenen op zoek naar Manie, terechtgekomen bij Professor Aristide Raaskal die de wereld afvaart op zoek naar allerlei tijdsfenomenen. Door een onverwacht toeval kruisen de wegen van de twee groepjes elkaar en dreigt alles nog gekker te worden dan het al was.
Wat krijg je als je een van de meest fascinerende tekenaars van de laatste vijftien jaar samenbrengt met een van de meest frisse en complexloze, recente ontdekkingen in schrijversland? Juist: een straf verhaal. Het latente "what the fuck?"-gevoel dat beide auteurs ons in het vorige album gaven, trekken ze hier schaamteloos door. En ze mogen dat. In de eerste plaats omdat Jean-Baptiste Andreae het zo prachtig tekent en het met een trefzekere inkleuring combineert zoals alleen Turf dat ook kan. Maar ook omdat Wilfrid Lupano (meer dan Patrick Fitou voor Mechanisch Land) het verhaal in de hand houdt. Het resultaat is een Lewis Caroll meets Terry Pratchett. De merkwaardige vondsten maken een vergelijking met Alice in Wonderland voor de hand liggend, maar meer nog appreciëren we de moeite die wordt gedaan om die zottigheid aannemelijk te maken, met pseudo-wetenschappelijke en zo mogelijk nog gekkere verklaringen. Si non é vero, é ben trovato, zou onze prof fysica vol bewondering hebben gezegd. Het resultaat is een reeks die ons met wat heimwee aan de fascinatie voor Het Narrenschip herinnert en die we je zo warm aanbevelen als pakje voor onder de kerstboom dat die laatste er spontaan van zou kunnen ontbranden. Je bent dan ook gewaarschuwd.