LEGENDEN VAN TROY: TYKKO 3 De Honderd Tempels
Nicolas Keramidas + Christophe Arleston/Mélanÿn • Uitgeverij L 48 p. (HC & SC)
|
|
Eind goed, al goed |
|
Voor ons ligt het slotdeel van Legenden van Troy: Tykko. In deel 1 kwamen we te weten dat Tykko de zoon was van de woestijnpiraat Kruug, hoofd van de windruiters, en startte hij zijn queeste naar de mysterieuze Ayasha. In het tweede deel zien we Tykko zijn initiatie als windruiter doormaken, maken we kennis met de wondermooie, maar vervallen woestijnstad Shantide en krijgen we duidelijkheid over zijn relatie met Ayasha. Kortom, we stonden in de startblokken voor een spetterende finale.
Er gebeurt heel wat in deze slotaflevering: Tykko komt in etappes te weten dat hij de heelal-bel in zijn bezit dient te krijgen, de leverworm maakt terug zijn verwoestende opwachting en zijn oude kwelgeest Flish (ondertussen eunuch — euh — gemaakt en sterk godsdienstig geïnspireerd) wordt een belangrijke tegenstander. Maar met de hulp van Ayasha, de Ganulti's (kammelaanbidders) en de volgelingen van de Zandvrouwe (mei '68-ers onder permanente invloed) slaagt Tykko erin om de Moashlins (en hun troetel Kurgä) om de tuin te leiden en met behulp van de heelal-bel én de leverworm (jawel) de woestijnstad Shantide in haar oude luister te herstellen. En ja, hij leeft nog lang en gelukkig met Ayasha.
Desondanks blijven we toch wel wat op onze honger zitten. De nevenlijn met Flish is te sterk uitgewerkt en met weinig toegevoegde waarde (wel gelachen met zijn verkleedpartij als vrouw), de ontmoetingen met de volkeren in het gebied van de honderd tempels zijn leuke intermezzo's, maar overstijgen nauwelijks het anekdotische. Teleurstellend is de finale 'op zijn Amerikaans': eind goed, al goed en de stouteriken komen ofwel aan hun einde (Flish), ofwel zien ze hun fouten in en bekeren ze zich tot het ware geloof (Kruug & Co).
Uiteindelijk is het een aardige reeks geworden, maar dan vooral dankzij delen 1 en 2 en het mooie tekenwerk van Nicolas Keramidas. We geven ook goeie punten aan de inkleuring van Cyril Vincent. |
|
> JOHAN DECLOEDT — oktober 2014 |