BRUSS. - BRUSSELS IN SHORTS 2
Stedho/Michaël Olbrechts/Mikkel Ørsted Sauzet/Steve Michiels/Kim Duchateau/Gwénola Carrère/Delphine Frantzen/Fabienne Loodts + Laure Allain • Oogachtend 128 p. (SC)
|
|
Strengere selectie |
|
Begin 2013 verscheen bij Oogachtend een eerste bundeling met kortverhalen die zich in de Brusselse wijk rond de Oude Graanmarkt, de Dansaertstraat en het Sint-Katelijneplein afspelen. Voor de tweede editie van de kortverhalenwedstrijd verlangde Passa Porta, het internationaal literatuurhuis in Brussel, dat minstens één van de personages een bestaand Brussels hotel aandoet. Opnieuw was het de bedoeling dat tien laureaten een geldbedrag wonnen en een publicatie verdienden. Uiteindelijk vielen er op de valreep nog twee af wegens nèt niet goed genoeg. Het kan de kwaliteit van het geheel alleen maar bevorderen want een verzameling strips door diverse auteurs zal altijd wisselvallig zijn. In welke mate de term "wisselvallig" een positieve of negatieve invulling krijgt, komt door de som van de delen. Elk van de delen overlopen we hieronder in het kort.
Stedho opent het album met een soort Alice in Metroland. Hij maakt het zijn medelaureaten niet makkelijk. Zijn verhaal is gewoon af. Presentatie, expressies, lijnvoering, kleurgebruik,... Wat hebben we Stedho ongelofelijk gemist! Wat ons betreft is deze verhalenbundel nog niet de grote poort waar hij opnieuw doorgaat, maar slechts het opstapje naar zijn volgende project waarmee hij ons nu eindelijk weer eens kan verbluffen.
Michaël Olbrechts handhaaft zijn stijl van De Allerlaatste Tijger en krijgt voor het verhaal hulp van Laure Allain. Een man mijmert bij een foto van zijn vader over zijn afkomst. De waarheid ligt enigszins anders. Sterk op alle gebieden.
Het tekstloze verhaal van de Deens-Franse Mikkel Ørsted Sauzet, meer een opeenvolging van paginagrote beelden, kon ons weinig bekoren. De maatschappijkritische bedoeling pakte niet.
Het Magritte-blauwe hoofdkleur van Sauzet is wel een herinnering in het daaropvolgende verhaal van Steve Michiels waarin familieherinneringen uit 1975 worden gekoppeld aan de alomtegenwoordigheid van de in de buurt wonende René Magritte. We kennen Michiels als cartoonist, maar met Burgerlijke Schemering liet hij zich terdege opvallen als een interessante verteller waarin melancholie en afwijkend gedrag de boventoon voerden. Niet in dit verhaal echter. De herinneringen glijden voorbij zonder echt bij te blijven.
Kim Duchateau laat zijn komische inborst voor een keer achterwege en bespeelt een gruwelijk-psychopatisch thema. Eigenlijk komt hij van alle Vlaamse deelnemers aan dit boek nog het meest verrassend uit de hoek door zijn eigen comfort zone te verlaten.
De luchtige tekenstijl van de Zwitserse Gwénola Carrère is een symfonie van lijnen en vlakken, evoluerend van een sober kleurenpalet naar een veelkleurig spektakel. Het overspelthema is magertjes en de figuren zijn kinderlijk uitgewerkt. Na de eerste vier platen zakt het in en is de leesbaarheid een irritante aangelegenheid.
In het verhaal van Delphine Frantzen ontmoeten twee bejaarden elkaar opnieuw na vele jaren. Ze besluiten het er goed van te nemen, maar de zoon van de vrouw verzet zich en komt hardhandig tussenbeide. Dit is de tweede strip van Frantzen na haar afstudeerstrip Madame Pipi en opnieuw zien we in haar alle potentieel tot meer. Zij is een van de enige die alle haar toegewezen pagina's optimaal benut waardoor het minder leest als een kortverhaal, maar als een verhaal met meer vlees aan. Ze is nog steeds aan het rijpen en moet nog wat werken aan consistentie (tussen de eerste en de laatste plaat boeten de tekeningen aan kwaliteit in), maar we durven voorspellen dat die internationaal opgemerkte graphic novel best wel in haar zit. Ze heeft nog een mooie toekomst in het verschiet.
Ook Fabienne Loodts' verhaal vinden we weer te mager als vertelling om ons te kunnen bekoren. Het komt neer op een wandeling door de stad om in een park te geraken en vervolgens op tijd de trein te kunnen nemen. De tekeningen met kleurpotlood zijn uitmuntend, maar we kunnen ons inbeelden dat lang niet iedereen hier zomaar voor te winnen is.
In bovenstaande beschouwingen hebben we duidelijk te veel tekeningen en verhaal afzonderlijk getaxeerd. Het feit is dat een minderheid van de gepubliceerde kortverhalen op beide vlakken even sterk weet te scoren. Stedho en Delphine Frantzen zijn in dit geval onze grote favorieten met Kim als bonus. Van ons hadden zij een heel album met verschillende kortverhalen mogen vullen, maar dat was het concept dus niet. Als besluit moeten we opmerken dat de eerste bundeling beter was over de hele lijn. Voor deze tweede bundeling mocht een nog strengere selectie gebeuren. |
|
> DAVID STEENHUYSE — oktober 2014 |