Bibliografie van Lewis Trondheim
• Buitenaards
• De Niemendalletjes van Lewis Trondheim
• De Ongelofelijke Avonturen van Kobijn
• De Ongelofelijke Avonturen van Kobijn
• De Ongelofelijke Avonturen van Kobijn
• Donjon Avondschemer
• Donjon Monsters
• Donjon Ochtendgloren
• Donjon Parade
• Donjon Zenit
• Kaput & Zösky
• Koning Snotneus
• Lieve Kerstman
• Mister I
• Mister O
• Net Echt
• Omnivisibilis
• Ralph Azham
• Robbedoes door...
• Texas Cowboys
• UFO
HET EILAND BOURBON 1730 


Lewis Trondheim + Appollo • Silvester
286 p. (HC)
Doe de dodo
1730, twee Parijse ornithologen gaan voor anker bij het eiland Bourbon, de oude naam van La Réunion. Hun ambitie is groot. Zij en niemand anders gaan de laatste levende dodo vinden. Naïef doorkruisen ze het voormalige pirateneiland op zoek naar een al lang uitgestorven waggelende kip. Ondertussen passeert het hele eiland de revue: oud-piraten die na hun amnestie almachtige koffieboeren geworden zijn, de gouverneur die intensief jaagt op ontsnapte zwarte slaven, enkele oud zeerovers die nog namijmeren over de goede oude tijd,... Alle eilandbewoners, behalve de dodo's, zijn superalert als blijkt dat La Buse, het icoon van de oude bloeddorstige piraat, gevangen is genomen. Maar waar heeft hij zijn schat verborgen?

Roodbaard! Rosco de Roode!! Long John Silver!!! Ratafia!!!! Piratenstrips zijn weer brandend actueel. En de nieuwste worp, Het Eiland Bourbon 1730, kon op dat vlak niet beter beginnen. Lewis Trondheim, die hier na jaren eindelijk nog eens in zijn tekenpen kruipt, verrast ons onmiddellijk met een schitterende openingsplaat, Mœbius waardig. Dit hoge grafische niveau weet de man die zogezegd niet kan tekenen, het gros van de 250 stripbladzijden aan te houden. Zijn pratende dierenkoppen stralen karakter uit, zijn volgekrabbeld woud leeft echt en ook de bladspiegel verraadt een grondige afwerking. Alleen jammer dat deze vuistdikke strip een piratenstrip geworden is zonder echte piraten. Het verhaal van de Tunesiër Olivier Apollodorus, die al jaren woont op het tropische eiland, twijfelt voortdurend tussen actie, romantiek, filosofie en humor. Helaas verliest hij af en toe de pedalen waardoor de hele geschiedenis uiteindelijk verzandt in een etnografische roman over het doen en laten van het voormalige boekanierseiland. Tot en met de laatste voetnoot (verzameld in een aansluitend katern van een paar tiental pagina's) blijft dit ongemeen interessant, maar we waren minstens even tevreden met een bloederige zeeslag. Het kanonnengebulder en de kruitdampen zouden we er zelf wel bij hebben gefantaseerd.
> WOUTER PORTEMAN — oktober 2007