HANS Integraal1 1. Het Laatste Eiland - 2. De Gevangene van de Eeuwigheid - 3. De Mutanten van Xanaia - 4. De Gladiatoren
Grzegorz Rosinski + André-Paul Duchâteau • Le Lombard 224 p. (HC)
|
|
Meer lof dan een meewarige terugblik |
|
Vraag ons om goeie stripscenaristen op te sommen en we komen nooit spontaan op de naam van André-Paul Duchâteau. Je kan ons nu nog zoveel albums uit de beginperiode van Rik Ringers of andere van zijn vele, vele albums voor onze neus houden, je zou er ons niet mee kunnen overtuigen. Het is ook alweer van de vorige eeuw geleden dat we Hans lazen. Geen reeks die ons is bijgebleven, al moeten we ook toegeven dat sciencefiction een genre is dat ons zelden weet te beroeren. Deze integrale heruitgave dwong ons tot een herlezing... en deed ons inzien dat we ongelijk hadden over Duchâteaus ambacht.
Hansen, kortweg Hans, leren we kennen als een man die zijn geheugen kwijt is. Hij komt aan bij een reuzestad als laatste restant in een door atoomexplosies verwoest gebied. Hans herinnert zich enkel zijn naam en later — alle Jason Bournes en XIII's aan toe! — zijn vechtinstincten en een telepatische kracht die voor de rest niet bijster veel aan bod komt in deze bundeling. Buiten de stad leert hij plunderaars kennen onder wie de strijdlustige Orchidee. Uiteindelijk blijkt dat Hans een onderzoeker uit de toekomst is die in het verleden opdrachten uitvoert om vergissingen in de geschiedenis te herstellen. De heerser van de stad, Valsary, is een opdrachtgever die hem opdroeg de buitenmensen in het verleden te vernietigen. Door Hans' veranderde inzicht en gedrag heeft Valsary een bijzondere aandacht gekregen voor de onderzoeker. In plaats van hem gewoon uit te schakelen, schept hij er een duivels genoegen in om spelletjes met hem te spelen. Uit een toekomstbeeld blijkt namelijk dat Hans als een bevrijder van het volk wordt gevierd en dat fascineert Valsary uitermate. Hans vlucht in het verleden liever met Orchidee dan zich aan zijn missie te houden. Bij koningin Ardelia op de gelijknamige planeet vraagt hij asiel. Maar daar heersen weer andere wetten en regels die het verdere lot van Hans, Orchidee en de planeet bepalen.
In elk van de vier gebundelde verhalen presenteert Duchâteau zoveel geslaagde vondsten en pientere ideeën dat we onze mening over de sf-reeks Hans danig hebben bijgesteld. Sommige beproevingen zijn evenwaardig aan wat we al lazen in Storm, een schoolvoorbeeld van een sf-reeks die we ons wel blijven herinneren als een sterke reeks, of net zo goed in Thorgal, Grzegorz Rosinski's andere grote reeks. De tegenstanders die Hans bestrijdt, de vriendschappen die hij sluit, de straffen die hij ondergaat en de beslissingen die hij neemt, maken van hem een echte stripheld. De plaatsen waar het avontuur hem heen brengt, blinken uit in originaliteit. Allemaal pluspunten voor de scenarist terwijl Rosinski het met brio in beeld brengt. De invloed van Hermann is merkbaar, daar hadden we het achtergronddossier niet voor nodig. Het realisme staat op punt en doet niet onder voor de Thorgals uit dezelfde periode.
Toch zat er volgens ons meer in, afgaande op de vier gebundelde albums in deze integrale. Duchâteau zoektocht naar meer drama verloopt te wispelturig en onevenwichtig. Hij maakt het soms te bont in de relatie tussen Hans en Orchidee. Deze laatste maakt te impulsieve beslissingen die we minder aan haar karakter toedichten dan aan de bokkensprongen die de scenarist maakt. Voor de uitwerking van de liefde tussen beide hoofdpersonages heeft Duchâteau zich naar ons aanvoelen instinctief laten beperken door het toenmalige doelpubliek van het weekblad Kuifje terwijl hij had moeten doorzetten zoals Jean Van Hamme die van de pure liefde tussen Thorgal en Aaricia een gewaardeerd hoofdthema van de reeks Thorgal maakte.
Deze integrale reeks is in vele opzichten dus een welgekomen herontdekking. Het levert van onzentwege meer lof op dan een meewarige terugblik. Hans doorstaat de vergelijking met veel hedendaagse sf-reeksen moei-te-loos, MOEITELOOS! Als vaste opmerking voor dergelijke uitgaven van Ballon Media (zie ook de becommentarieerde Robbedoes-verhalen van André Franquin) hadden we wel liever Nederlandstalige reproducties van Kuifje-covers en die enkele strippagina in het achtergronddossier gezien. Nu wordt het vertaalde bestaan ervan precies ontkend en we vragen ons af of de meerkost voor het drukwerk nu echt zoveel scheelt in deze technisch moderne tijden. |
|
> DAVID STEENHUYSE — september 2014 |