STOPPELTJE 2 Het Misthuis
Pierre Bailly + CĂ©line Fraipont • Dupuis (Ukje) 32 p. (HC)
|
|
Schitterende eenvoud |
|
Er was eens een papa die van zijn nieuwe vrouw zijn twee eigen kindjes diep in het bos moest achterlaten, want de papa en mama hadden nog enkel genoeg geld voor zichzelf en konden geen eten voor hun eigen bloedjes meer kopen. Gelukkig vonden de kinderen in dat donkere woud een mooi huisje. Helaas woonde daar een boze heks. Die sloot het jongetje direct op in een piepklein hok en gaf hem lekker veel peperkoek. Zo zou het jongetje snel moddervet worden en kon ze hem eindelijk opeten. Maar het meisje sloeg de heks de kop in en duwde haar in een brandende oven. Terwijl het vuur verder knetterde, huppelden de kindjes met hun volgevreten buikjes vrolijk en vrij terug naar hun lieve nieuwe mama. Slaapwel!
Het is nauwelijks te bevatten dat we vroeger geen nachtmerries kregen bij deze zogenaamd algemeen aanvaarde voorleesverhaaltjes. Diezelfde ouder geworden kleuters gruwen nu bij het feit dat er een peuterstripje op de markt is met een vampier in de hoofdrol. Beste pamperende ouder, ontspan je. Jouw driejarige peuter heeft absoluut geen besef van het concept Dracula en houdt zich veel liever bezig met bolle kruisspinnen te vangen. In de eerste peuterklas van ondergetekende is de nieuwe Stoppeltje dan ook de absolute Halloweenhit.
Het verhaal is schitterend in zijn eenvoud. Op weg naar school komt Stoppeltje, een soort knuffelbaar pluisbolletje, in een mistbank terecht en loopt er plots tegen een spookhuis. In dat enge griezelhuis zit een vampier verborgen, maar die ziet er zo verfomfaaid uit dat Stoppeltje in een slappe lach schiet. Hierop barst de bloedzuiger in tranen uit. Dit wordt teveel voor de rechtschapen Stoppeltje en hij verzorgt de vampier door ondermeer lekker educatief diens hoektandjes te poetsen.
Achter de no-nense kindsheid van dit verhaal, zit een echte strip verstopt over hoe je strips moet lezen. De eerste pagina is nog een gekende collage van losse prentjes, elk met hun verhaal, maar op de tweede pagina leer je via een per prent kleiner wordende zon het begrip tijd. Een blad verder merk je dat figuren ook kunnen bewegen in hun hokje. En zo ontdek je pagina per pagina de unieke woordenloze striptaal. Elk kadertje is een woord, elke bladzijde is een zin. Al snel begrijpt je peuter hoe hij zijn eerste strip zelfstandig moet lezen. Dit is verbazend goed doordacht werk van de Algerijn Bailly die zijn strepen al verdiend heeft met Ludo, Agadamgorodok en het schitterende Het Seizoen van de Palingen. Nergens wordt de strip klef, nergens wordt het betuttelend. Als het dan toch een beetje eng dreigt te worden, brengt een foto van mama soelaas. Ach, hadden Hans en Grietje die luxe maar mogen ervaren. |
|
> WOUTER PORTEMAN — oktober 2007 |