SUSKE EN WISKE 326 De Zwarte Tulp
Luc Morjaeu + Peter Van Gucht • Standaard Uitgeverij 48 p. (SC)
|
|
Dichter bij Vandersteen |
|
Tijdens een spectaculaire openingsscène, die niet zou misstaan in een James Bond-film, krijgt aarstvijand Krimson een middeltje van professor Barabas toegediend. Daags nadien komt Krimson zijn spijt betuigen aan onze vrienden. Butler Achiel moet met lede ogen aanzien hoe zijn meester alle geweld heeft afgezworen. Krimson is door Barabas' experimentele middeltje een goed mens geworden. Maar van de weeromstuit mislukken al zijn pogingen om goed te doen terwijl Lambik er niet wil intrappen. Hij is zijn huis kwijt nadat Krimson er met zijn jet op neerstortte. Nu er geen greintje slechtheid meer in de voormalige aartsschurk zit, kwijnt hij helemaal weg. Hij ligt op sterven. Alleen het sap van een zwarte tulp kan Krimson nog redden. Om die uiterst zeldzame tulp te bemachtigen, moeten onze vrienden naar Haarlem in 1637 reizen toen de tulpenmanie er in alle hevigheid woedde.
We weten niet meer wat de precieze aanleiding is, maar onlangs verdiepten we ons in de achtergrond van de Nederlandse tulpenmanie die de eerste financiële crisis in de wereldgeschiedenis inluidde. Een goede, beknopte weergave van die historische feiten beschreef scenarist Peter Van Gucht op amper één pagina waarbij er zelfs nog ruimte is voor een grap en een grol. Peter zal altijd eerst en vooral voor de grap gaan en pas dan voor het lesje. In vroeger Suske en Wiske-tijden was dat — tot onze grote verveling — wel eens omgekeerd.
Meer dan zijn voorgangers heeft Luc Morjaeu de vormgeving van de koppen van nevenpersonages à la Willy Vandersteen beet. Het zijn zo van die elementen die Suske en Wiske dichter bij Vandersteen brengen. Tegelijk schuwen de auteurs allerminst de evolutie. Op zowel grafisch gebied als de scenario's plaatsen ze Suske en Wiske pertinent in het actuele heden. Over de tijdloosheid van de albums discussiëren we later wel. |
|
> DAVID STEENHUYSE — juni 2014 |