EXCALIBUR - KRONIEKEN 2 Tweede Lied: Cernunnos
Alain Brion + Jean-Luc Istin • Daedalus 64 p. (HC & SC)
|
|
Keerpunt |
|
Toen we in onze vaste stripwinkel vernamen dat de hardcover van Excalibur - Kronieken 1 was uitverkocht, kort na de verschijning ervan, verbaasde ons dat. Zijn er ondertussen al niet genoeg stripreeksen die de mythe van koning Arthur, tovenaar Merlijn of het magische zwaard Excalibur hebben uitgespit? En waarom kunnen we ons acht maanden later hoegenaamd niets meer herinneren van het eerste deel? Een herlezing was eigenlijk niet nodig. Het Tweede Lied leest als een nieuw begin, of een ander verhaal, waarin de druïde Merlijn de hoofdrol wegkaapt. We zien hoe hij een hechte band met zijn kleindochter Morgane heeft. Een band die ons danig wist te ontroeren wanneer Merlijn kiest voor zijn plicht bij het maken van een hartverscheurende keuze, Sophie's Choice waardig. Ook met zijn dochter Ygerne, bij het begin van deze vertelling hoogzwanger, komt hij over als een oprecht liefhebbende vader. De harmonie komt bruusk tot een eind wanneer de Picten hun kasteel aanvallen. Die aanval komt niet zomaar, dat is dan weer het belangrijke keerpunt in het verhaal.
De in de Keltische sagen en legenden gespecialiseerde Jean-Luc Istin blijft maar grossieren in meeslepende verhalen, hetzij als begeleidende collectiedirecteur van de Franse uitgeverij Soleil, hetzij als producent van eigen reeksen als Drakenbloed, Lancelot, Merlijn, Het Vijfde Evangelie en vooral De Druïden, allen reeksen met een eigen smoel, meestal ook met een markante twist. Excalibur - Kronieken doet daar niet voor onder, maar het zal nog een aantal extra delen vergen om zich werkelijk met deze reeksen te kunnen meten.
Van Alain Brions kunstjes waren we bij het eerste deel niet overtuigd. Ook dat bezwaar konden we nu laten varen. Vooral zijn sfeervolle, digitale inkleuring is zodanig treffend dat het ongezellige van de sombere burchten, het gure van de winter en de brutaliteit van het Pictenvolk geloofwaardig in beeld worden gebracht.
Wij heffen de lofzang en smeren onze stembanden avast voor het derde lied. |
|
> DAVID STEENHUYSE — april 2014 |