LEGENDE 6 Het Geheim van de Lamiae
Yves Swolfs • Daedalus 48 p. (HC)
|
|
Een deel te veel met hopelijk een vervolg |
|
Hoewel Daedalus de afgelopen vijf delen van Legende in twee cycli 'boxte', begint de echte tweede cyclus eigenlijk pas met dit zesde album. Tristan de dolende ridder is erin geslaagd om zijn rechtmatige troon te veroveren op de usurpator Matthias en vooral de demonische Milos Shaggan. Al snel wordt hij het hofleven beu en trekt terug op avontuur, zogezegd om zijn demonen, de Lamiae die elke nacht zijn dromen om zeep helpen, te verdringen. Hij bezoekt zijn adoptiefvader, de meester der wolven, en valt in diens bijzijn in slaap. Wat volgt, is een avontuur dat zich volledig afspeelt in een droomwereld. Tristan moet er twee kinderen uit een kasteel redden, want — zo voorspelde de plaatselijke Frank Deboosere — zal hun wereld zondvloedgewijs verzwolgen worden. Op zijn queeste wordt Tristan vervolgens dwarsgezeten door vreemde valstrikken en bizarre illusies, wat — gezien het feit dat het een droom is — feitelijk niet zo verrassend is.
Het schisma met de vorige cyclus is groot. Het eerst luik vormde nog een middeleeuws avonturenverhaal dat licht besmet was met heroïsche fantasie-elementen, heel aanvaardbaar verteld door de serieuze kroniekschrijver Aelred von Hilsheim. Nu krijgen we iets anders: een droomverhaal waarin niets meer is wat het lijkt. We zien stukjes Rork, kliekjes Duistere Steden en Landen van Langvergeten, schijfjes Mister Black en ferme brokken De Rode Ridder (alleen al de charmes van de Galaxiaanse verschijning — volgens de legende dien je Uma Thurman op de cover te herkennen) en we knikken goedkeurend. Maar het feit dat het allemaal "maar een droom is", weegt op dit verhaal. Willy Vandersteen kwam er in Het Spaanse Spook en De Schat van Beersel mee weg, maar voor Swolfs werkt dit, mede door het contrast met cyclus 1 echt niet. Hij ontdoet het verhaal door die premisse van elke rede en elke zin voor consequentie of logica, want in dromen kan tenslotte alles (bij ons was het vannacht nog een hoofdredacteur met een Wiske-strikje in zijn haar die ons middels een zweep voorzien van kerstballen aanmaande tot het halen van de vooropgestelde deadline — qua serieus genomen worden als medewerker aan deze website kan dat wel tellen!). En als Swolfs dan zijn beproefde en verleidelijke recept van plagerig met mondjesmaat stukjes plot vrij te geven, hanteert, dan kost het ons deze keer behoorlijk wat moeite om een who cares? te onderdrukken. De sfeer is — ja, hoor, we hebben de leeftijdsgrens waarop alles vroeger beter was met glans overschreden — niet meer wat het geweest is en het schip Legende begint lichtjes slagzij te maken. Het is het métier van Swolfs en zijn aangenaam toegankelijke teken- en vertelstijl die alles toch nog op koers houden. Dit album ontstijgt al bij al de grijze middelmaat, maar doet de reeks in zijn geheel niet voldoende eer aan. Het gevoel dat het een deel te veel is, bekruipt ons net iets te vaak. Maar de droom van Tristan schreeuwt om een vervolg. Daarin kan de vakkundige kleermaker die Swolfs is hopelijk weer wat eindjes aan elkaar knopen en kan het verhaal onder politie-escorte terug op de juiste weg worden gezet. Of zou ook dat maar een droom zijn? |
|
> PETER D'HERDT — december 2013 |