Het pad dat het Charles-echtpaar leek op te wandelen om van Africa Dreams een avonturenverhaal te maken over een planter uit Brugge die in Congo zijn vader gaat zoeken, is nu definitief verlaten. Een reporter, die zich duidelijk naar Kuifje heeft gemodelleerd, komt in 1903 de aan een rolstoel gekluisterde Stanley bezoeken. Het onderwerp zijn de wreedheden die in Congo zijn begaan. Het Congo van Leopold II, zijn persoonlijke wingewest, en ook Stanley's Congo want aan het immense land heeft de ontdekkingsreiziger zijn hart verpand. We leren hem niet kennen als een sympathiek man, noch een held om naar op te kijken of een doorzetter met goede bedoelingen. Wel integendeel, zijn idolatrie voor de voormalige Belgische koning neigt naar het negationisme. Zelf is hij ook niet te beroerd om tijdens een expeditie zwarten af te knallen om hun voorraden te roven. De memoires die hij met de jonge reporter deelt, kruisen het verhaal van Paul die een modelboerderij clinical trial in Congo uit de grond stampt, met respect voor de zwarte arbeiders in een land waar de slavernij nog welig tiert. Pauls vader werkt als dokter bij een zwarte stam waar hij zich de geneugten van het dagelijks leven laat welgevallen. Ook Paul proeft ervan. Een derde personage is Leopold II. Het verhaal plooit het Charles-koppel om hem heen om diens — toegegeven — briljante schaakspelletje op het internationale speelveld uit de doeken te doen. Alles om zijn naam te zuiveren en tegelijk Congo verder uit te blijven buiten.

Ook meer dan honderd jaar later blijft deze grote brok vuile vaderlandse geschiedenis fascineren. Maryse en Jean-François Charles hebben er alleszins een boeiend relaas van gemaakt.