DE STRIJD OM HET VUUR 1 In de Nacht der Tijden
Emmanuel Roudier + J.-H. Rosny Aîné • Daedalus 48 p. (SC)
|
|
De wet van de sterkste |
|
Zo'n honderdduizend jaar geleden dooft het vuur van de stam van de Oulhamr uit. Omdat ze nog niet beschikken over de kennis om zelf vuur te maken, laat staan de beschikbaarheid van een aansteker of lucifers, worden de beste stamleden uitgestuurd om nieuw vuur te vinden. Het wordt tegelijk een competite want wie als eerste met vuur terugkomt wint de hand van Gammla, de dochter van het stamhoofd. Mooie bink Noah is oprecht verliefd op de mooie Gammla terwijl zijn uitdager Aghoo haar vooral wil als trofee en de eraan verbonden machtspositie. En zo gaat Noah met twee slimme, volgzame getrouwen enerzijds en de brutale Aghoo met zijn broers anderzijds op weg naar het onbekende. Noahs pad is bezaaid met obstakels, vooral van dierlijke aard. Het is een ruwe wereld van geven en nemen, van overleven, van de wet van de sterkste. Een gevaarlijke tegenstander wordt een verdwaalde reuzeleeuw die beste maatjes wordt met een tijgerin wiens mannetje de leeuw tevoren versloeg. Maar Noah kan zelf ook aardig uit de voeten met zijn knots, tot meerdere bewondering van zijn teamleden.
De Strijd om het Vuur is een adaptatie van J.-H. Rosny Aînés roman La Guerre du Feu door Emmanuel Roudier, de tekenaar van het eveneens prehistorische Neanderthaler. La Guerre du Feu werd in 1981 verfilmd door Jean-Jacques Annaud en geldt als een epische klassieker. Na een trage start vliegt het verhaal er stevig in. De confrontatiescènes tussen mens en dier of dier tegen dier zijn imposant. En wij hebben wat met tijgers. Hoe Roudier die in beeld brengt, met kennis van zaken, vol kracht en beweeglijkheid en een overschot aan impact, doet ons deze scène zetten naast de memorabele tijgeraanval in Daan Jippes' Bernard Voorzichtig.
In de Nacht der Tijden maakt als veelbelovende trilogie alle beloftes waar vanaf dit eerste deel. Roudier hoeft maar op hetzelfde elan verder te gaan om te blijven scoren. Magnifieke adaptatie! |
|
> DAVID STEENHUYSE — november 2013 |