XIII 22 Terug naar Greenfalls
Iouri Jigounov + Yves Sente • Dargaud 48 p. (HC & SC)
|
|
Conservatief navigeren |
|
In dit nieuwe deel krijgt het (pun intended) lijdend voorwerp van de XIII-reeks eindelijk uitleg voor de hardnekkigheid waarmee de Mayflower-clan hem op de hielen zit. Als ze hem ook nog eens onder druk zetten met het dreigement om onschuldige slachtoffers te maken, kan hij niet anders dan meewerken. Onder hypnose keren we samen met hem terug naar zijn jeugd en leren er een indiaan en een fel verminkte man kennen. Intussen 'biograaft' Betty Barnowski verder in het verleden van de man zonder geheugen en komt tot gelijkaardige conclusies. Het zat er dan ook aan te komen dat beide verhaallijnen gingen samenkomen en dat Betty en Jason terug zouden verenigd worden, gebeten door het geheim en opgejaagd door zowel de slechte als de goeie. Déjà vu.
Iouri Jigounov en Yves Sente adopteerden twee afleveringen geleden XIII van William Vance en Jean Van Hamme. Jigounov maakt geen kopie van Alfa en het is ook geen klassieke Vance, hij shaket een cocktail van de twee. Soms komen bepaalde platen wat te computerachtig (Alfa-numeriek) over en soms missen we de ruwheid van Vance, maar dat denken we steeds minder: de beleving van de hoofdreeks wordt voortreffelijk vervolgd. Al ware het geweldig geweest om — zoals in Mayflower Day — het relaas dat zich afspeelt in het verleden, mee te laten tekenen door Vance.
Yves Sente, de Marc Legendre van Le Lombard, blies na Blake en Mortimer ook XIII en Thorgal nieuw leven in. Hij doet dat met liefde voor het oorspronkelijke werk, veelal door (soms te?) regelmatige en al dan niet expliciete verwijzingen naar oude afleveringen die als een rode draad door de tweede cyclus zijn verweven. Sente weet waar hij heen wil en geeft klassiekgewijs met mondjesmaat nieuwe informatie mee. Ironisch genoeg komen de verhalen van Sente boekhoudkundiger over dan die van Jean Van Hamme en die kilte steekt schril af tegen het warme respect dat hij voor de hoofdreeks lijkt te koesteren. Soms is hij té klassiek of te bedachtzaam (inclusief de übercommerciële en misleidende covertekening), soms wordt het nodeloos complex of te vergezocht (de toevalligheden leken bij Van Hamme toch wat subtieler) en het resultaat krijgt alles bij elkaar wat minder flair. De ideeënkorf van Sente lijkt ook wat beperkt en de verschijningsdata helpen daar niet echt bij: het leek bij de lezing of we opnieuw de laatste Thorgal aan het lezen waren, ontdaan van de magie en in een tijdmachine gestopt. Maar misschien liggen de verwachtingen wel te hoog. Misschien moet je het etiket 'cultreeks' (een predicaat dat — toegegeven — de hoofdreeks al sinds Het Vonnis onterecht voer, maar dat toch weer wat verdiend was met de zinderende finale) met een beetje politieke moed en een stomende fluitmoor van de reeks XIII durven te weken. Of moet je deze tweede cyclus als een nevenreeks met eigen reeksnaam bestempelen, zoals Amoras dat voor Suske en Wiske is. En dan zou je zonder meer en terecht uitkomen bij een kundig gemaakte thrillerreeks door echte professionals. Dat blijkt bijvoorbeeld na twee derden van de lezing, een ogenblik dat je met een "was het dat maar?"-gevoel je ervaring zou willen onderbreken om betere dingen te gaan doen. Sente tovert net dan vakkundig een schip vol witte konijnen uit zijn hoge hoed om je toch weer te laten uitkijken naar het vervolg. Net zoals het jarenlang het geval is geweest onder Van Hamme.
Samengevat is de nieuwe XIII wat we ervan hadden kunnen verwachten: vakkundig maar conservatief genavigeer langs vertrouwde paden, veilig maar zonder verrassingen. Rustige vastheid, inclusief alle positieve én negatieve eigenschappen die daar bij horen. |
|
> PETER D'HERDT — november 2013 |