DE HAND VAN DE DUIVEL 1 De Droomfabriek
Kyko Duarte + Mathieu Mariolle • Glénat 48 p. (HC)
|
|
Het momentum |
|
Er zijn zo van die periodes in de geschiedenis waarover je geen slechte strip kan maken. Het naoorlogse Hollywood is zo'n momentum. De almachtige maffia nipte er samen met hersenloze starlets, louche rechters en inhalige cinemaproducers aan een glas roze champagne. Dit was de tijd van Bugsy Siegel, Zwarte Dahlia en andere L.A. Confidentials. Dit kan niet mislopen!
Het tweeluik De Hand van de Duivel bedient zich van al deze ingrediënten. Onder de machtige HOLLYWOODLAND-letters ontwikkelt zich een volbloed maffiaverhaal boordevol afpersing en corruptie. Op een dag keert William Lawford, zoon van de bekende acteur en producer Peter Lawford, na een lange tijd terug naar de filmstad. Eindelijk is hij klaar om zijn film te draaien. Maar al snel komt hij in aanraking met de mannen van Bugsy die de filmindustrie overheersen. Wat niemand weet, is dat William gestuurd werd door het FBI. Eindelijk iemand die vrij is van corruptie... tot nu toe.
Scenarist Mathieu Mariolle heeft zich goed ingewerkt in het Hollywood van de jaren 1940. Zijn verhaal barst van de voorkennis, gimmicks en indirecte verwijzingen naar bekende acteurs zoals Marilyn Monroe, Clark Gable en Ava Gardner. Het zit dus meer dan snor met de geloofwaardigheid. Ook qua ritme, opbouw en spanning valt er weinig aan toe te voegen. De Hand van de Duivel is zo'n strip die iedereen graag leest. Waar het een beetje aan schort, zijn de tekeningen van de Spanjaard Kyko Duarte. We waren verleid door de magnifieke cover, maar het binnenwerk was echter een totaal andere stijl waar we even moesten aan wennen. De realistische tekeningen zijn bijvoorbeeld enorm zwaar aangezet. En die dikke inkting met wat donkere vlakken legt vaak een soort weemoedige dofheid over de tekeningen. Een paar pagina's verder vindt Duarte dan wel weer zijn fijne lijn en helderheid, en dan toont hij én de strip zijn ware potentieel.
De Hand van de Duivel is een strip die niet met gulden letters vermeld zal worden in de annalen van de Negende Kunst, maar het is wel een boekje waar we maar al te graag het slotdeel van willen lezen. En het liefst nu. Geen dank. |
|
> WOUTER PORTEMAN — november 2013 |