LEFRANC 24 Het Geheim van Stalin
Régric + Thierry Robberecht • Casterman 48 p. (SC)
|
|
Getolereerde opvolger |
|
November 1952. Een Russische professor loopt over naar het westen. Het nieuws dat hij heeft te melden, slaat in als een bom bij de Amerikaanse ambassade in Istanboel en vervolgens de CIA en president Harry S. Truman. In februari 1953 maakt journalist Guy Lefranc deel uit van een reis die westerse schrijvers door de USSR maken. Hij is onder de indruk van het Rode Plein, maar niet van de cultus voor het opgebaarde lichaam van Lenin. Lefrancs kritiek op het communisme wekt wrevel bij de schrijvers die de 'Kleine Vader der Volkeren' verafgoden. Daardoor wint hij het vertrouwen van Russen die een dossier willen uitbrengen. Een dossier dat avn immens staatsbelang blijkt: een groot geheim van Stalin. Maar de prijs om dat geheim te onthullen is hoog.
Het integraal in Rusland gesitueerde spionageverhaal zou niet misstaan in de reeks Blake en Mortimer. De balkonscène lijkt er zo uit geplukt. Het bewuste geheim is net zo'n sterk, futuristisch gegeven als vele basisideeën waar Edgar P. Jacobs en zijn navolgers in uitblinken. Met dat verschil dat het in dit Lefranc-verhaal in een meer realistische context wordt gebracht. Bovendien wordt er aan de geloofwaardigheid gaandeweg niet verzaakt. Integendeel, al wat te ver gezocht leek, wordt mooi rechtgezet. Ook al moet je het allemaal slikken met een paar wendingen die eleganter konden.
Régric weet het gestileerde realisme van Jacques Martin goed te benaderen. Een Bob De Moor of Gilles Chaillet zal hij wel nooit worden, maar zijn stijl leent zich meer voor een doorwrocht verhaal dan het bijvoorbeeld te klare stijltje van André Taymans. Als we het dan toch moeten stellen met één tekenaar die voortaan Lefranc tekent, dan is Régric een te tolereren opvolger. |
|
> DAVID STEENHUYSE — oktober 2013 |