BLAST 3 Halsoverkop
Manu Larcenet • Oog & Blik | De Bezige Bij 208 p. (HC)
|
|
De enige echte opvolger van Didier Comès |
|
"Ik draai er niet omheen... Je gaat naar de gevangenis." De twee inspecteurs hebben het nu wel gehad met die reusachtig homp vlees voor hen. Hij heeft Caroline "Carole" Oudinot vermoord. Carole en nog vele anderen. Daarover bestaat geen enkele twijfel. Maar het is hen om het motief te doen. Waarom vermoordt die lamme goedzak, die op de dool geraakte schrijver, iedereen die op zijn pad passeert. Zijn het de drugs? Is het schizofrenie? Is het paranoia? Is het zelfbevrijding? Of is het toch ordinair toeval? Voor Polza is het allemaal kristalhelder. Hij is op zoek naar de ultieme blast, die high waarin hij zichzelf kan zijn. Maar opdat die politieagenten hem zouden begrijpen, moet hij zijn hele verhaal doen. Van A tot Z. Waar zaten we?... Na een mislukte zelfmoordpoging kwam hij terecht in een psychiatrische instelling. Daar hield iedereen hem in de gaten, als een vreemd vogeltje in een te kleine kooi. Polza miste er zijn vrijheid, maar vooral miste hij zichzelf. Hij moest en zou ontsnappen.
Na zijn met alle mogelijke lof overladen kopstoot, De Dagelijkse Worsteling, kreeg Manu Larcenet terecht carte blanche van zijn uitgever. In plaats van een flauw doorslagje te maken en fluks langs de kassa te passeren, koos de Fransman voor een — sorry voor het goedkope woord — uitdaging. Hij zou een politieroman maken, verteld vanuit het standpunt van een moordenaar die ondanks zijn immens gewicht zweeft tussen de realiteit en droomwereld. Oh ja, om het toch wat spannend te houden voor zichzelf zou hij zijn verhaal beperken tot amper achthonderd bladzijden, en het schilderen en tekenen in een acommercieel zwart-wit. Bij de meeste uitgevers is deze synopsis ruimschoots voldoende voor ettelijke nachtelijke paniekaanvallen, maar Manu Larcenet slaagt met Blast in wat niemand had verwacht. Op alle vlak overklast hij zijn Dagelijkse Worsteling. Het verhaal doet ons denken aan het geniale The Usual Suspects. Ook Blast is ondanks zijn wijdse gelaagdheid enorm logisch opgebouwd. Bovendien laat hij zijn Polza de ene Tobbackiaanse oneliner na de andere debiteren. En zo is elke pagina van het vuistdikke Blast er een op zijn plaats.
Grafisch ontpopt Larcenet zich tot de enige echte opvolger van Didier Comès. Zijn tekeningen komen los van het papier, wegvluchtend uit hun kaders. Linksaf slaand, gaan zijn personages vertwijfelend hun verleden tegemoet. Spurten ze naar rechts, leven ze op een sprankeltje hoop. En steeds is er een buizerd of een oehoe hoog in de lucht om een oogje in het zeil te houden op de vluchtende Polza. Maar dat verbeelden we ons blijkbaar zoals hij in een recent interview met ons beweert. Gebruikt de Fransman toch eens kleur, dan eert hij er boutweg de Art Brut-pionier Jean Dubuffet mee. Alsof we nog niet genoeg knock-out geslagen zijn.
Nog amper tweehonderd bladzijden scheiden ons van het eind. Tweehonderd bladzijden die deze keer vanuit het standpunt van de politie-inspecteurs worden verteld. Tweehonderd bladzijden politioneel tegengewicht voor de fratsen van Polza. Gaan we eindelijk de waarheid kennen? Of is toch allemaal een stomme blast? Pak er je tijd voor, Manu. Blijf ons overrompelen en welkom in de galerij van de allergrootsten. |
|
> WOUTER PORTEMAN — september 2013 |