In 1981 en 1983 verschenen er twee vervolgavonturen van de komische westernstrip Jessie Jane in het weekblad Robbedoes. Uitgeverij Farao gaf het tweede verhaal in album uit in de collectie TeGek. Op de backcover stond ook een uitgave van deel 1 aangekondigd. Dat album is nooit verschenen, tot nu. Vzw Arcadia neemt het op in de collectie Arcadia Archief die al eerder Mazels onuitgegeven verhalen van De Musketiers en Verloren Jungle verwelkomde.

Jessie Jane is een aanvankelijk brave boerendochter die is uitgehuwelijkt aan de zoon van Parsival Brown. Hij woont vijfduizend mijl verderop. Haar ouders verlangen van Jessies tante Annabel dat ze het meisje naar haar toekomstige begeleid. De vuilbekkende Emma ziet dat minder zitten, de intelligente Alexandra ziet er daarentegen geen graten in. En zo trekt het kwartet vrouwen doorheen het wilde westen, langs stadjes vol aanbidders die op Jessie vallen en geelvoetindianen met een bijziend opperhoofd. De steenrijke rancher Aristoteles Smith heeft eveneens zijn oog op Jessie laten vallen en hij aanvaardt geen afwijzing.

Zo'n dertig jaar na de eerste verschijning heeft Jessie Jane wonderwel niets van zijn sprankel verloren. De tekenstijl is een en al souplesse, het verhaal barst van de humor en de betere slapstick. Als het de bedoeling was van de auteurs om Lucky Luke na te apen, dan zijn ze daar zeer goed in geslaagd. Veel scènes passen onversneden in een Lucky Luke-album, zelfs een die door René Goscinny had kunnen geschreven zijn. Alleen heeft Lucky geen borsten en lang niet het vurige temperament van Jessie en haar vriendinnen.