DUBBELMASKER 3 De Aartsgek
Martin Jamar + Jean Dufaux • Dargaud 52 p. (SC)
|
|
De Good, de Fat en de Ugly |
|
Bonaparte, de eerste consul van Frankrijk, heeft problemen. Nu homoseksualiteit volop doorgebroken is in aristocratische kringen, vreest hij dat ook het gewone plebs de Griekse beginselen gaat eren. Of godbetert, zijn soldaten! Maar dat is niet alles. Zijn slap rechterhandje, de tweede consul Combacérès die ook wel ‘tante Turlurette’ wordt genoemd is betrokken in een chantageschandaal. Zijn nachtsnoepje Friquet dreigt ermee om de vurige liefdesbrieven van de Aartsgek te publiceren. Even later wordt de knappe jongen vermoord teruggevonden. Alle sporen leiden naar de Mier, de ongekroonde koning van de onderwereld. Bonapartes manusje van alles, Torpille, wordt weer in het gat gestoken en trekt erop uit.
Na wat aftasten in de eerste diptiek, laat deze Dubbelmasker ons eindelijk nog eens kennismaken met de humoristische Dufaux. Net zoals Giacomo C. of De Rochesters, leest deze historische strip als een veredeld dorpstoneel. De vlotte pingpongdialogen met de daar ronddansende personages staan mijlenver van elke vorm van Murenanesk drama of de fantastische Aasgierenonzin. Maar Dufaux blijft Dufaux. Zo is er de magische raamvertelling van het dubbele masker. En ook het ontastbare lot komt weer even voelbaar piepen. Maar daar houdt het gelukkig bij op. Luikenaar Martin Jamar heeft heel natuurlijk de instapklare Giacomo C.-stijl overgenomen. Door op een veel kleiner formaat te tekenen maar met dezelfde pennen als bij zijn bijwijlen apocalyptische De Rovers van de Keizerrijken, werden de tekeningen automatisch vetter en de decors minder gedetailleerd. Met die rondere stijl wil de voormalig rechtenstudent blijkbaar nog een flinke tijd verder. De bedoeling is om elk jaar dat Napoleon aan de macht is, te gebruiken als decor voor één of twee strips. Als we er de verbanning naar St. Helena in 1815 nog even bijrekenen, hebben we dus nog minimaal elf strips te goed. Geen probleem. Doe maar rustig verder met het ontrafelen van de verborgen geschiedenis van deze kleine kolorieke keizer. |
|
> WOUTER PORTEMAN — juni 2006 |