Op het Romeinse platteland begeven Alex en Enak zich naar een afspraak met een wel zeer hooggeplaatste Romein die hen met een opdracht belast. In zijn expansiedrang lonkt Julius Caesar naar het oosten, in het spoor van de grote veroveraar Alexander de Grote. Daarvoor zou diens beroemde magische ring, het zegel van de leeuw, van pas komen om Caesar de steun van de goden te geven. Omdat er een oosters heerschap is gevat met een munt met de beeltenis van Alexander de Grote zijn er vermoedens over een schat die Alexander naliet. Alex, Enak, de gevangene en de meereizende legionair Lucterius trekken naar het oosten waar ze van de ene verbazing in de andere tuimelen. Vooreerst is hun gedwongen metgezel al niet de simpele rover die ze dachten te hebben gevangen.

Met zowal tekenaar Marc Jailloux (die tevoren Orion 4 tot een goed einde bracht) als scenariste Géraldine Ranouil krijgt de reeks Alex vers bloed. Ranouil slaagt erin meneer Alex meer attitude te geven waardoor ineens het hele verhaal meer panache krijgt dan de voorgaande delen. Enak daarentegen mist nog steeds de ballen die bij Alex ondertussen zijn volgroeid. We hebben ook niet de indruk dat Alex deze keer luistert naar zijn Egyptische vriend of zich door hem laat storen, wat van Enak toch weer een nutteloos aanhangsel maakt.

We willen het niet per se wijten aan Ranouils vrouwelijkheid, maar er wordt in dit verhaal wel meer benoemd waar bijvoorbeeld de zere wonde zwelt, wat de opgewekte emoties zijn, waarom men reageert zoals men reageert, enzovoort. In het begin zorgt dit er nog voor dat het verhaal wat traagjes op gang komt. Niet veel later wordt duidelijk dat die aanpak net lonend is voor wat meer diepgang dan we van een Alex gewoon zijn.

Als het de bedoeling was om de hoofdreeks Alex weer op de kaart te zetten na de start van de spin-off Alex Senator die vorig jaar met alle aandacht ging lopen, dan is men daarin geslaagd. Maar het vergt nog zeker een extra album om te oordelen of het geen toevalstreffer is.