Nu Takeo zijn broer Akio heeft teruggevonden, zijn z'n avonturen nog lang niet voorbij. Integendeel, Akio is een betweterige snoeshaan die zichzelf, Takeo en de met hen meereizende monnik, die zich de geneugten van het leven laat gedijen, in een lastig parket brengt. In een dorpje aangekomen, provoceert Akio de sensei van een plaatselijke bende yakuza (de Japanse maffia). Ze kunnen er niet mee lachen. Akio stelt een duel voor. In afwachting van die gebeurtenis kruist Takeo het pad van de knappe Sayuri en haar bazige meesteres Shina, een rijk vrouwtje dat zich stierlijk verveelt in het dorp. Takeo heeft oog voor Sayuri terwijl Shina een avontuurtje wil met Takeo. Voor-ie het weet, is Takeo opnieuw verwikkeld in een strijd tussen meerdere partijen en op meerdere niveaus. Maar het komt ook tot onthullingen. Akio vertelt eindelijk waarom de twee broertjes een tatoeage op hun schouder hebben, wat er in het verleden is gebeurd en waarom ze naar Osaka moeten.

Met de komst van Akio wint de reeks Samoerai aan gevoel voor humor. De ernst van Takeo staat in schril contrast met de onbesuisde gelatenheid van zijn broer die Takeo steevast "broertje" noemt. Die clash levert verbaal vuurwerk af en de monnik heeft er een nieuw vriendje bij want Akio wil zijn schade inhalen wat drank, vrouwen en een robbertje vechten betreft.

Samoerai is een van de paradepaardjes van Daedalus. 25.000 verkochte exemplaren van de reeks in het Nederlands is een opmerkelijk cijfer in deze tijden van tanende verkopen. Kwaliteit verkoopt zichzelf. En geloof ons vrij dat we lang niet van alle al wat langer lopende stripreeksen élk deel willen bespreken! In onze bespreking van het vorige deel kan je lezen dat we dat album het beste van de reeks vonden. Ook dit eerste deel van een nieuw tweeluik overtuigt ons van de zeerrrrrr geslaagde samenwerking tussen Frédéric Genêt en Jean-François Di Giorgio.