CONQUISTADOR 2
Philippe Xavier + Jean Dufaux • GlĂ©nat 64 p. (SC)
|
|
Een succesje |
|
Halverwege de zestiende eeuw was het Spaanse rijk het grootste rijk ter wereld. Het drukte vooral zijn stempel op de geschiedenis, taal, religie en cultuur van het huidige Latijns-Amerika, een uitgestrekt gebied van Midden-Amerika tot de zuidelijkste tip van het overzeese continent. Om de enorme rijkdommen aldaar te verwerven moest het de indianen bevechten, en liever nog de verschillende volkeren elkaar laten uitroeien. Dat er ook bonje was bij de Spanjaarden onderling geeft het tweeluik Conquistador aan. De Spaanse kroon stuurt Panfilo de Narvaez naar veroveraar Hernan Cortez die helemaal in de ban is van het goud van de Inca's. Cortez gelast de adellijke Hernando del Royo en enkele getrouwen met de beveiliging van het goud, maar dat is buiten enkele obstakels gerekend. Ten eerste bewaakt een monsterlijk gedrocht de befaamde schat en er is ook de waanzin die del Royo overmant. De knappe Catalina Guerero (die als twee druppels water lijkt op Artémis Delambre uit de reeks De Piraten van Barataria) kan er alleen maar op toezien hoe onzeker hun lot is in de jungle. En dan zijn er nog de indianen die niet met zich laten sollen!
Elke geoefende striplezer weet ondertussen dat de literaire en filosofische uitspattingen van Jean Dufaux moeten getolereerd worden om het werkelijke verhaal op waarde te kunnen schatten. Daardoor is een Murena zo sterk omdat de zuivere historische realiteit een belangrijke kapstok is. In andere reeksen scheert hij ofwel rakelings ofwel mijlenver boven ons hoofd waardoor onze goodwill om mee in het verhaal te stappen erbij inschiet. En toch hé, is er voor elke miskleun moeiteloos een tegenvoorbeeld te noemen. Raadpleeg de bibliografische kolom hiernaast maar eens en vergewis je van de kwaliteit van zijn œuvre. Conquistador is na amper twee delen te catalogeren bij de succesjes. Maar we hebben meer nodig. Aan Philippe Xavier zal het niet liggen, zijn platen botsen tussen de dynamiek van een comicpagina en de beheerstheid van een Franco-Belgische strip. Een constante is zijn herkenbare realistische signatuur. Hij moet er alleen voor opletten dat het hem niet té makkelijk afgaat. Zijn hoge werkritme is een troef, maar het mag ook geen automatisme worden.
Nu goed, Xavier en Dufaux hebben de verkoop van het eerste tweeluik niet afgewacht en zijn inmiddels begonnen aan een volgend tweeluik. |
|
> DAVID STEENHUYSE — januari 2013 |