Bibliografie van Emmanuel Guibert
• De Dochter van de Professor
• De Fotograaf
• De Fotograaf
• De Jeugd van Alan
• Kapitein Scharlaken
• Lugubere Verhalen: De Bruine Pest
• Zwarte Olijven
DE OORLOG VAN ALAN 3


Emmanuel Guibert • Silvester
128 p. (HC)
Het leven zoals het is: de Tweede Wereldoorlog

Alan Ingram Cope trekt verder door Europa, ver achter de frontlinie en volgt de bevrijding van Europa op de nazi's. De meeste actie die hij gezien heeft, is de training die hij gekregen heeft. Cope is een gewone soldaat die opgeroepen is en er het beste van maakt. Hij beschouwt deze oorlog dan ook als een kans om de wereld te zien, en om mensen te leren kennen, als een avontuur.

De Oorlog van Alan is een atypische oorlogsstrip. Geen heroïsme, geen met doodsverachting bevochten campagnes. Vergeet Biggles, Buck Dany en de anderen. Hier zal je ook geen dramatiek en horror zoals bij Jacques Tardi tegenkomen. De vertelling is vreemd genoeg een beetje afstandelijk, deels door het feit dat het in de verleden tijd verteld is (en je dus weet dat Cope de oorlog overleeft) en deels doordat Cope op een nuchtere en zakelijke manier alles uit de doeken doet. De kracht van de strip zit hem in de kleine verhalen, als een soort "Man Bijt Hond der oorlogsjournalistiek" heeft Emmanuel Gibert de meanderende verhalen van Alan Cope gevat in uitgepuurde beelden, waarin hij de witvlaktes evenveel laat spreken als de bruintinten van zijn inkt. We vermoeden dat het bister is, maar het zou niet de eerste keer zijn dat we ons vergissen.

De eerste twee delen hebben we met veel plezier gelezen, en het afsluitende deel van de trilogie, dat eerder het einde van de oorlog en Cope zijn leven daarna behelst, stelt ons ook niet teleur. Dit deel is contemplatiever en deed ons vooral aan een onthaaste On The Road denken. De aanpassing aan een na-oorlogs Amerika viel Cope namelijk nogal zwaar, en hij heeft de enkele jaren die hij er nog doorgebracht heeft veel gereisd. Eens terug in Europa houdt hij zijn leven tegen het licht en ontdekt wat hij in zijn ogen goed en niet goed heeft aangepakt.

De vergelijking met On The Road hoeft niet te verbazen aangezien beide verhalen zich in dezelfde periode afspelen, en ook hier allerlei schrijvers (waaronder Henry Miller), muzikanten en dichters hun opwachting maken. Ook de terloopse manier waarop Cope over relaties met vrouwen spreekt, deed ons sterk aan Jack Kerouac denken.

Cope liet ons in zijn herinneringen kijken door het oog van Guibert en liet ons een oprecht en mooi verhaal na. Soms moet het niet meer dan dat zijn.

En dan, na drie albums mooi uitgegeven werk, laat de uitgeverij een ferme steek vallen door in de laatste woorden die Guibert van Cope in het boek opnam een letter te laten vallen. Als een scheet in de outro van Eleanor Rigby. Een detail, maar een storend detail.

> WIM DE TROYER — november 2012