EDEN HôTEL 1 Ernesto
Gabriel Ippóliti + Diego Agrimbau • Casterman 80 p. (HC)
|
|
Grootse zaken |
|
Argentinië, een paar jaar vóór de Tweede Wereldoorlog. In een hotel in Cordoba, dat dienst doet als ziekenhuis voor kinderen, kruisen een astmatische jongen en een aan hem toegewezen verzorgster elkaars pad. Hij is een rebels kind dat met het charmante meisje Helena Werber een band smeedt. Het hotel wordt gerund door uitgeweken Duitsers die dwepen met het nazisme dat in hun thuisland in opmars is. Enkele jaren later breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Er zjn sterke vermoedens dat de Duitse aanwezigheid op Argentijns grondgebied de voorbode is van een latere invasie van het Zuid-Amerikaanse continent. De jonge Ernesto "Che" Guevara biedt zich aan om bewijzen te verzamelen terwijl zijn vader, zeer actief in een verzetsgroep, infiltreert in de nazikringen door het golfterrein van het inmiddels tot nazibastion uitgegroeide hotel te heraanleggen. In Helena, nu werkzaam als radio-operatrice voor de SS vindt Che een bondgenoot... en zelfs wat meer. Een jaloerse protegé van Joseph Goebbels dreigt roet in het eten te gooien en de spionagepraktijken te onthullen. Ja, in dit soort situaties worden kinderen sneller volwassen.
De laatste jaren zijn we platgebombardeerd met biografieën in roman-, strip- en filmvorm die de persoon van Che Guevara blootleggen, analyseren en fileren. Eden Hôtel is anders, helemaal anders, en dat maakt het net zo goed. In de eerste plaats is dit geen strikte, feitelijke biografie over de jeugdjaren van Che. Het is fictie vermengd met feiten. Helena Werber heeft nooit bestaan, zij is ook het enige fictieve personage in het verhaal. De voozichtige romance die Argentijn Diego Agrimbau voor haar bedenk,t is er een die we iedereen toewensen. Het is net rond Helena dat de volgende albums zich zullen afspelen, maar steevast met Che als een constante, niet altijd direct aanwezige persoonlijkheid op de voor- en achtergrond. In de volgende delen zal Helena werken in andere hotels en houdt ze contact met Che die ondertussen naar Cuba vertrekt. Zelf zal ze nog andere Argentijnse iconen ontmoeten, bijvoorbeeld Juan en Eva Perón en Formule 1-piloot Juan Manuel Fangio.
Niet alleen het scenario spreekt aan, ook de tekeningen zijn een lust voor het oog. In sombere tinten, eigen aan de bruine uniformen van de Hitlerjügend met wie Che te maken krijgt, schept Gabriel Ippóliti (eveneens een Argentijn) tonnen sfeer en geloofwaardigheid. Zijn personages staan als een huis. Hij is waarlijk een tekenaar die in de gaten te houden is. We zien hem nog tot grootse zaken in staat. |
|
> DAVID STEENHUYSE — oktober 2012 |